Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Grieken, Th. M. M.
de Plant in hare Ornamentale Behandeling: met eene Inleiding : "over de Zinnebeeldige Voorstelling". 2 Titelplaten, 38 Albumplaten, 4 tekstplaten en 150 tekstfiguren — Groningen, 1888

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0059
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
— 52 —

tot de huwelijkstrouw der vrouw. Zij wordt voorgesteld als vrouw met den hoorn des over-
vloeds in den linkerarm en eene brandende overeind staande fakkel in den rechterarm. ■— In de
christelijke kunst komt de fakkel bij verschillende heiligen als attribuut voor, meestal als mar-
telwerktuig , daar zij met fakkels geblakerd werden. Bij sommigen geeft de legende tot die voor-
stelling aanleiding, zooals bij St. Dominicus, die met eenen zwart en wit gevlekten hond, welke
eene fakkel in den bek houdt, naast zich wordt afgebeeld, daar zijne moeder had gedroomd, dat
zij eenen dusdanigen hond zoude ter wereld brengen, welke met eene fakkel de wereld zoude
verlichten. (Domini-canes, de „honden des Heeren”, die de geloovige schapen tegen de wolven, de
ketters, verdedigen.) In de moderne kunst komt de fakkel voor als symbool der verlichting, doch
ook wel in eene der overige bovengenoemde beteekenissen. — Den hamer treft men ook bij
sommige afbeeldingen van heiligen aan, hetzij als martelwerktuig, zooals bij St. Gervasius, of als
embleem, zooals bij St. Bernward, den patroon der goudsmeden. De laatstgenoemde wordt ook
wel afgebeeld met een kort zoogenaamd St. Bernwardskruis in de handen, dat van onderen eene
punt heeft en met edelgesteenten is bezet. De hamer is in de christelijke symboliek het zinnebeeld
van den onvermoeiden arbeid.
Een gesloten geldzak duidt op gierigheid; een opene, op milddadigheid; een omgekeerde op
verkwisting. Edelgesteenten duiden op het kostbare bloed der martelaren. Eene vaan wijst op
den triomf van Christus over den duivel. De geesel doelt op boete; de klok, op waakzaamheid
tegen verzoeking; de krans, op een gelukzalig einde; de kroon, op overwinning en belooning,
voleinding, prijs der rechtvaardigen.
Symbolische en zoogenoemde heilige getallen.
In de middeleeuwsche kerkenbouwkunst gaf men aan zekere getallen, als symbolisch, eene
voorkeur, bijv, bij het bepalen van het aantal der vensters, het vaststellen van het grondplan der
pijlers, enz. Onderandere zoude het getal 1 doelen op de eenheid van God en die der kerk; 2 her-
innert aan den Heiland als God en mensch, aan het oude en nieuwe testament, als deuren tot God
(vandaar de tweelingdeuren); aan het leven hier en hiernamaals; aan de liefde tot God en den naaste,
enz. Het getal 3 is een der voornaamste heilige getallen, dat reeds door Pythagoras als hoofdvoor-
waarde en grondslag van alles, wat bestaat, werd beschouwd. In de middeleeuwsche bouwkunst werd
dit getal dan ook zeer in aanzien gehouden en dikwijls toegepast. Het symboliseert: Vader, Zoon,
Geest; geloof, liefde, hoop; hemel, aarde, water; verder de liefde tot God, uitgaande van hart,
ziel en gemoed; in ’t kort alle volkomenheden van het christelijk geloof en leven. In de middel-
eeuwsche bouwkunst treft men dan ook een aantal constructiedeelen aan, waarvan de vorm of de
verhouding op het getal 3 is gebaseerd, bijv, het drieblad, de driehoog, de driepas, enz. Het valt
dan ook niet te ontkennen, dat door eene combinatie van drie gelijke figuren of voorwerpen gemak-
kelijker een goed geheel is te verkrijgen, dan door middel van eenig ander verhoudingsgetal. —
Het is opmerkelijk, dat in enkele voorstellingen van de aanbidding der wijzen uit het Oosten, in
plaats van naar de oude traditie drie, twee of vier Koningen zijn afgebeeld. Deze vrijheid van
den kunstenaar had waarschijnlijk zijnen grond in de symmetrie der compositie. — Het getal 4 is
het zinnebeeld van alle lichamelijkheid en der zichtbare wereld, der vier windrichtingen, ook
der vier evangeliën, der vier hoofddeugden; als vierhoek, symb. van de kerk, enz. enz. — Hier-
mede meenen wij voldoende te hebben toegelicht, op welke wijze men aan de, naar onze meening
zeer gezochte symb. waarde der getallen is gekomen.
Zinnebeeldige uitdrukking van de functiën, die constructieve deelen te vervullen
hebben.
Behalve de zinnebeeldige voorstellingen, die wij in de voorgaande bladzijden hebben leeren
kennen, bestaat er eene, die in den regel slechts door hem kan worden opgemerkt, die met de
 
Annotationen