3 o Van de Doorzigtkunde, os
VIL WerkstuL
Om een voorgegeeve Ront in de Doorzigtkunde af te ttekenen.
Laat van deze in ’t voorbcelt Qde gront zijn , een ront, en om ’t
zelve een vierkant beschreeven als IE, deelt dc zyde AE in vier gely-
ke deelen , als in B, C en D gedaan is, en getogen uit B , C en D
rechthoekige lynen op A E , de welke het ront snyden , dan door de
snydende punten lynen getogen regthoekigop AI, zo trek ik de lynen
van de punten A, B, C, D, E na het oogpunt O , en de geene van
Fj G, H na ’t asstant punt D * gelijk zulkx klaar genoeg in ’t voor-
heek wert vertoont.
VIII. Werkstuk.
Om een ongetyk-zydige en hoekige vijshoek in de Doorzigtkunde
as te teekenen.
Van deze (in ’t 14 voorbeeld ) is P de gront, waar beneffcns
twee lynen getogen zijn zodanig, dat van alle de punten der vijfhoek,
lijn getogen zijn regthoekig op de zelve j en hier door is de doorziende
afteekening zodanig gemaakt als in de voorgaande geleert is > en ’t voor-
heek zelfs aan wij st.
IX. WerksluL
Om een voorgegeeve Vloer in de Doorzigtkunde as te teekenen.
Van deze in ’t 1 y voorbeelt is Q^de gront, en de rest is door de ly-
nen en getallen zoodanig aan gewezen , dat ’t overtollig zoude zijn ,
hier meerder van te schry ven, wel lettende dat O het oog , en D het
afstant punt is.
II. HOOFD-
VIL WerkstuL
Om een voorgegeeve Ront in de Doorzigtkunde af te ttekenen.
Laat van deze in ’t voorbcelt Qde gront zijn , een ront, en om ’t
zelve een vierkant beschreeven als IE, deelt dc zyde AE in vier gely-
ke deelen , als in B, C en D gedaan is, en getogen uit B , C en D
rechthoekige lynen op A E , de welke het ront snyden , dan door de
snydende punten lynen getogen regthoekigop AI, zo trek ik de lynen
van de punten A, B, C, D, E na het oogpunt O , en de geene van
Fj G, H na ’t asstant punt D * gelijk zulkx klaar genoeg in ’t voor-
heek wert vertoont.
VIII. Werkstuk.
Om een ongetyk-zydige en hoekige vijshoek in de Doorzigtkunde
as te teekenen.
Van deze (in ’t 14 voorbeeld ) is P de gront, waar beneffcns
twee lynen getogen zijn zodanig, dat van alle de punten der vijfhoek,
lijn getogen zijn regthoekig op de zelve j en hier door is de doorziende
afteekening zodanig gemaakt als in de voorgaande geleert is > en ’t voor-
heek zelfs aan wij st.
IX. WerksluL
Om een voorgegeeve Vloer in de Doorzigtkunde as te teekenen.
Van deze in ’t 1 y voorbeelt is Q^de gront, en de rest is door de ly-
nen en getallen zoodanig aan gewezen , dat ’t overtollig zoude zijn ,
hier meerder van te schry ven, wel lettende dat O het oog , en D het
afstant punt is.
II. HOOFD-