Long, Isaac [Hrsg.]: Vervolg Van De Wissel-Styl Tot Amsterdam: Vervattende Veelderlye Verschillen over Wisselbrieven, en derselver Uytspraak, Vonnissen, Advysen, &c. door Goede Mannen, Kooplieden, Rechtsgeleerden en Rechters. Mitsgaaders Plakaaten, Ordonnantien, En Reglementen Van Wisselen, Van Hollandt, Hamburg, Leipzig, Naumburg, Bronswyk, Brandenburg, Maagdenburg, Breszlauw, St. Gallen, Oostenryk en Weenen, Neurenberg, Lubek, Deenemnarken en Norwegen, Sweeden, Vrankryk en Venetien (tʹAmsterdam, 1729) [VD18 14349477]

ut Amsierdam. I
dat B. denseiven met d’eerste Post der-
waarts aan D, ter Acceptatie heeft moeten
senden; (gelyk hy gedaan heeft;) dat (z)
D. daarop met bevoegt is geweest de Ac-
ceptatie te versuymen , maar heeft, (vol-
gens de Statuien alhier, P. z. Ht.y, Art.z.)
met ses daagen te wachten , zich selve een
prejuditie op den hals gehaalt. Egter be-
hoorde , na myn gedachten, (3) A. de
waarde van B. ontfangen , voor ’s handts
op een derde plaats in verseekeringe te
brengen, of borge daar voor te Hellen ; en
voorts D. te roepen, wegens syn versuym
in desen, en vermits door syn schuldt ver-
oorsaakt is, dat C. niet eerder voor syn fai-
lisiment tot de betaaiinge, volgens WisTel-
styl, heeft können geconstringeert worden.
Want, dat men D soo aanstondts, sonder
hem alvoorens te hooren , sonde condem-
neeren , kan niet geschieden; maar sulks
moet by wyse van Proces geschieden j
want ( Negligentia unius alteri nocere non de-
bet , ex vulgatis.) het versuym van den ee-
nen, moet den anderen, volgens de Wet-
ten, tot geen schaade strekken. Dit zyn
myne gedachten, behoudens beter weten
van andere. Hamburg , den zisten Maart
Anno 1701,
( was geteekent :)
Lodewyk Becceler.
A 2 Op