Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Bearb.]; Vaillant, Isaac [Bearb.]; Gosse, Pierre [Bearb.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Bearb.]; Hondt, Pieter de [Bearb.]
Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Eerste Deel) — In S'Graavenhaage: By Christiaan Van Lom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1723

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.69611#0149
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
HISTORIPENNINGEN. Z Boek. 99
Groot2 byna eenpaarig gelooft wordt, wel dert te verre geloopen: immers men vindt,
Neder!/ langer zoude geduurd hebben, waare niet op dit ftaatkundige gedrag der Hertoginne,
jaarb.fol. de (i) begeerlykheyd der Spanjaarden fe- de volgende gedenkpenningen gemaakt.


Het voorftuk van den eerften voert, rondom het borftbceld der zeegepraalendeLandvoögdeffe^
in den rand deeze haare tytels :
MARGARETA AB AUSTRIA, Dux Parm^e ET Placenta
Caroli V, Filia.
MARGRETA VAN OOSÏENRYK, HERTOGIN VAN PARMA EN
PLACENZE. DOCHTER VAN KA REL DEN VTFDEN
i
Op het ruggeftuk ziet men, boven het jaar 107, eenen opgerechten zeegeboog, in wiens
doorgang een Vreedebeeld ftaat, vertreedende eenig gedrocht en houdende in den flinkeren arm
eenen hoorn van overvloed, in de rechter hand eene fakkel, waarmede het de wapenen der op-
roerigen verbrandt 5 binnen dit omfchrift:
BELGICI TUTELA.
DE BESCHERMING VAN NEDERLAND.
II. Het borftftuk van dezelfde Hertogin ziet men op de eene zyde van den tweeden penning^
binnen den zoom deezer tytelen:
MARGARETA AB AUSTRIA, Dux Parm^e ET Placentije,
GERM A NI zE INFERioris Gubernatrix.

MARGRETA VAN OOSTENRTK, HERTOGIN VAN PARMA
EN PLACENZE , LANDVOOGDES VAN
i
NEDERLAND.

Op de andere zyde ftaat zy, als eene moedige Amazoon, op eene fteenrots pal en in ’t midden
der voorheen gereezene ftormen onbeweegelyk: in de rechterhand houdt zy een bloot zwaard,in
de flinker eenen laurier- en palmtak, als zynde dat het middel, waardoor zy deeze verkreegen,
Bb z en
 
Annotationen