Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Bearb.]; Vaillant, Isaac [Bearb.]; Gosse, Pierre [Bearb.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Bearb.]; Hondt, Pieter de [Bearb.]
Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Eerste Deel) — In S'Graavenhaage: By Christiaan Van Lom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1723

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.69611#0159
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext

II. Boek.

(i) Bor
Nederl.
Beroert.
IV- boek,
fol. 157.
verfo.
Verantw.
van den
Prins van
Oranje,
pag.55.
(3) Mete-
ren Ned.
Hift.fol.
53-

vondt. Dierhalven in zoo ruym een veld
van uytgerekte misgangen, wierden ook
de zulken het voorwerp der rechtsplee-
ginge van den Bloedraad 3 welke den Land-
voogd in ’t uytvoeren zyner voornee-
mens in den weg waaren ; of door het
verbeuren hunner goederen eenen krach-
tigen naadruk konden geeven , om de
dagelyks zwaarder wordende ftaatslaften,
en ’t onderhouden van zoo veele krygs-
knechten te helpen draagen. Hier door
wierdt nu het bloedvergieten een fpel en
gelyk het hangen, (4) branden en py-
nigen , zoo van Roomfchen als On- fol. 165.
roomfchen , den Spanjaarden , als een
Ipreekwoord, was in den mond bedor-
ven ; zoo heeft het ook by laateren
tyd den liefhebberen tot het maaken
van deezen gedenkpenning aanleyding
gegeeven.

Het was Alva niet genoeg den Prins
van Oranje gedaagd te hebben, maar hy
liet ook zynen oudften zoon , Philips
Willem Graaf van Buuren,uyt de hooge
fchoole van Loven, met (2) verkrachtin-
ge haarer verkreegene voorrechten , ligten
en naar Spanje voeren,om hem inde trou-
we des Konings en ’t Roomfche geloof te
houden. Ondertuflchen zag men ook
zeker gefchrift in ’t licht komen, behel-
zende (3) de voorvallen en zaaken, met
welke bygewoond of naagelaaten te heb-
ben men den gerechtsdwang des opge-
worpen Bloedraads onderhavig wierdt :
en voorwaar, de zelve waaren zoo
wydftrekkende , dat een onbefchryvelyk
getal van inwoonderen door draden ,
woorden , toelaating , ja door ’t verboo-
dene in anderen niet werkelyk weder-
ftaan te hebben, zich daar in bedraaid

GUILELmus, Dei Gratia PRinceps AURAIC^E^
COMes NASSAVIjE.

WILLEM, DOOR GODS GENADE PRINS VAN ORANJE^
GRAAL VAN NASSOU.
Op het ruggeftuk ziet men ëéne zee verbeeld, op Welke het neft van een ysvogel onbefcha-5
digd dobbert j terwyl vier winden , doch die door eenè hooger’ hand worden verdreeven, tegens Jv
.cene onberoerelyke fteenrots hunne krachten vruchteloos verfpillen 5 onder dit byfchrift, ’t welke Hift. fol*
die Prins federt altyd voor zyne zinfpreuk (1) heeft gehouden: 2.2,8,verfo;
S^EVIS TRANQUILLUS IN UNDIS.
GERUST IN 'T MIDDEN DER WOEDENDE BAAREN

Op wiens voorftuk de gepleegde beeld Vorming en de ftraffe daarop gevolgd Vaan afgebeeld5 (5) keyd
hebbende voorts het ruggeftuk, om te fpotten met Vargas, Hoofd van den Bloedraad, dit ge- ^dOori;
breklyke Latynfche opfchrift, ’t welke fommigen (y) willen dat hem,by’t vonniifen van eenige fol
Roomfchen , nog gebreklyker uyt den mond zoude zyn gevallen: Puffend.
Introd. ad
H7ERETICI FRAXERÜNT TEMPLA; CATHOLICI NIHIL pag.6s“r’
FECERUNT CONTRA; ERGO OMNES DEBENT
PATIBULARI. AnnO 15-68.
. 1. IDeeL Ee DE
 
Annotationen