HISTORIPENNINGEN. I. Boek.
61
1609:
Op de voorzyde staat zyn geharnast borstbeeld met eehen geplooiden kraag; op de rugzyde
zyn wapenschild, en beyden binnen de randschriften deezer tytelen:
GEORGius WILHELMus, MARCHio BRANDenburgi,
PRUSSIJE , JULIJE, CLIVize, MONtium, POmeranije,
CAssubi^e, VANdalije,
IN SIlEsia CROSN& ET CARnovi^ DUX;
BURGgravius NORiNberg/E;
PRINceps RUGije;
COMes MARcje ET RAVENSburgi;
DomiNus IN RAvEsteyn.
JORIS WILLEM, MARKGRAAF FAN BRANDENBURG;
HERTOG FAN PRULSSEN, GULIK, KLEEF, BERGE, POMEREN,
KASSUBEN, WENDEN,
IN SILESIÉ FAN KROSSEN EN JEGERENDORF;
BURGGRAAF FAN NURNBERG;
PRINS FAN RUGEN;
GRAAF FANDER MARK EN RAFENSBERG;
HEER TE RAFESTETN.
(1) Mete-
ren Ned.
Hist. fol.
637. verso,
jongste was, in drie (2) gelyke stukken @ Mer&
moesten verdeeld worden. Op den zelf- ^,G°
den voet eyschten een derde deeldes Palts- tom.i.
graaven Johan Hertog van Tweebruggens ^4°^ 1
Zoonen voor hunne Moeder Magdalena
van Kleef, derde Zuster van den overlee-
denVorst,met hunnen Vader den eersten van
Wynmaand des jaars vyftienhonderdne-
genenzeventig getrouwd, die by haar drie
Zoonen, Johan, Frederik, en Johan Kazi-
miergeteeld had. En ofwel deeze zyne Ge-
maalin met hem trouwende op de allerpleg-
tigste wyze affland van het erfrecht van (3) (3) Met^
haars Broeders goederen, ten behoeve van H^oil'
haare oudste Zuster, gedaan had, zoo be- 638.
weerde zy echter thans dat die alleen be-
trekking had tot haare oudste Zuster en
niet tot haare naagelaate Dochter. Van4
den oudsten haarer drie gemelde Zoonen
vind ik de gedachtenis op deezen pen-
ning bewaard, welken ik nergens als in
de penningkas van den Pleytbezorger voor
het Hof van Holland Johan van Ruyl ge-
zien heb.
Q Zyn
Tegens dit beweerde erfrecht van den 1
huyze van Brandenburg kantte zich Karel
van Oostenryk Markgraaf van Burgouw,als|
welke den veertienden van (1) LentemaandI
des jaars zestienhonderdeen met Sybille
Zuster van den overleeden getrouwd was.
En ofwel hy het voorgemelde huwelyks-
verbond, met Aalbert van Pruyssen ge-
maakt,niet konde ontkennen, zoo beweer-
de hy echter dat het zelve haar niet konde
schaaden, mids 'toverlyden van haare oud-
ste Zuster; maar dat zyne Vrouw nu, uyt
krachte van zekere gunstbrieven van Key-|
zerKarel den V, tot die erfenis ook gerech-|
tigd was, by welke hy in 't jaarvyftienhon-
derdzesenveertig, ter gunste van Hertog
Willem haaren Vader verklaard had, dat
by gebrek van manlyke erfgenaamen des
zelfs naatelaatene Staaten, onaangezien die
manlyke Leenen van 't Ryk mogten wee-
zen, op zyne Dochters zouden komen.
Zulks dat des overleedens naagelaatene
Staaten onder zyne drie thans nog in leeven
zynde Zusters, en waarvan zyne Vrouw de
II. Deel.
61
1609:
Op de voorzyde staat zyn geharnast borstbeeld met eehen geplooiden kraag; op de rugzyde
zyn wapenschild, en beyden binnen de randschriften deezer tytelen:
GEORGius WILHELMus, MARCHio BRANDenburgi,
PRUSSIJE , JULIJE, CLIVize, MONtium, POmeranije,
CAssubi^e, VANdalije,
IN SIlEsia CROSN& ET CARnovi^ DUX;
BURGgravius NORiNberg/E;
PRINceps RUGije;
COMes MARcje ET RAVENSburgi;
DomiNus IN RAvEsteyn.
JORIS WILLEM, MARKGRAAF FAN BRANDENBURG;
HERTOG FAN PRULSSEN, GULIK, KLEEF, BERGE, POMEREN,
KASSUBEN, WENDEN,
IN SILESIÉ FAN KROSSEN EN JEGERENDORF;
BURGGRAAF FAN NURNBERG;
PRINS FAN RUGEN;
GRAAF FANDER MARK EN RAFENSBERG;
HEER TE RAFESTETN.
(1) Mete-
ren Ned.
Hist. fol.
637. verso,
jongste was, in drie (2) gelyke stukken @ Mer&
moesten verdeeld worden. Op den zelf- ^,G°
den voet eyschten een derde deeldes Palts- tom.i.
graaven Johan Hertog van Tweebruggens ^4°^ 1
Zoonen voor hunne Moeder Magdalena
van Kleef, derde Zuster van den overlee-
denVorst,met hunnen Vader den eersten van
Wynmaand des jaars vyftienhonderdne-
genenzeventig getrouwd, die by haar drie
Zoonen, Johan, Frederik, en Johan Kazi-
miergeteeld had. En ofwel deeze zyne Ge-
maalin met hem trouwende op de allerpleg-
tigste wyze affland van het erfrecht van (3) (3) Met^
haars Broeders goederen, ten behoeve van H^oil'
haare oudste Zuster, gedaan had, zoo be- 638.
weerde zy echter thans dat die alleen be-
trekking had tot haare oudste Zuster en
niet tot haare naagelaate Dochter. Van4
den oudsten haarer drie gemelde Zoonen
vind ik de gedachtenis op deezen pen-
ning bewaard, welken ik nergens als in
de penningkas van den Pleytbezorger voor
het Hof van Holland Johan van Ruyl ge-
zien heb.
Q Zyn
Tegens dit beweerde erfrecht van den 1
huyze van Brandenburg kantte zich Karel
van Oostenryk Markgraaf van Burgouw,als|
welke den veertienden van (1) LentemaandI
des jaars zestienhonderdeen met Sybille
Zuster van den overleeden getrouwd was.
En ofwel hy het voorgemelde huwelyks-
verbond, met Aalbert van Pruyssen ge-
maakt,niet konde ontkennen, zoo beweer-
de hy echter dat het zelve haar niet konde
schaaden, mids 'toverlyden van haare oud-
ste Zuster; maar dat zyne Vrouw nu, uyt
krachte van zekere gunstbrieven van Key-|
zerKarel den V, tot die erfenis ook gerech-|
tigd was, by welke hy in 't jaarvyftienhon-
derdzesenveertig, ter gunste van Hertog
Willem haaren Vader verklaard had, dat
by gebrek van manlyke erfgenaamen des
zelfs naatelaatene Staaten, onaangezien die
manlyke Leenen van 't Ryk mogten wee-
zen, op zyne Dochters zouden komen.
Zulks dat des overleedens naagelaatene
Staaten onder zyne drie thans nog in leeven
zynde Zusters, en waarvan zyne Vrouw de
II. Deel.