Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Oth.]; Vaillant, Isaac [Oth.]; Gosse, Pierre [Oth.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Oth.]; Hondt, Pieter de [Oth.]
Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) — In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.70215#0210
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
200 NED ER LANDSCHE
1631. ZTNDE 76. SCHEPEN GENOMEN, 4140. SOLDATEN
GEHANG EN
EN GEZAMENTLTK BY EENDEN DOOR DE LEGERPLAATS
PAN DEN PRINS NAAR BERGEN OP ZOOM GEBRAGT.
DEN 13. PAN HERFSTMAAND IN 'T JAAR. 1631.
DOOR J: LOOFF GEMAAKT.

V. De vyfde heeft op de eene zyde het zelfde opfchrift, en op de andere zyde de kusten en
stroomen argebeeld, by en op welke de gemelde overwinning behaald is. Verder staatop den
LXv'm voorgrond des pennings deeze spreuk , toegepast en ontleend van den Koninglyken(i) Harpzang-
fo, -° dichter:
VERE SURREXIT DEus, ET DISSIPATI SUNT
INIMICL EJus.

WAARLYK IS GOD OPGESTAAN, EN ZYN ZYNE PTANDEN
VERSTROOID GEWORDEN.


VI. De inhoud van den zesden penning, die my nergens dan by den Heer Willem Lormier
in 's Graavenhaage ontmoet is, is geheel dien van den eersten gelyk , behalven dat hy op de
voorzyde onder den Prins te paarde alleen deeze zyne zinspreuk tot opfchrift voert:

PATRI^QUE, PATRIQUE.
EN AAN 'T PADERLAND, EN AAN MYNEN PADER.

Naa het voorverhaalde zeegevecht, waar-
in de Nederlandsche Onderadmiraal met
zyn' manschap en fchip was omgekomen,
vertrok d'Ocquendo metzyne overgeblee-
vene schepen naar de kust van Paraiba,
en zettede aldaar twaalfhonderd soldaaten
aan land, om tegens de Nederlanders be-
standig te weezen. Sedert bezettede hy
ook de rivier Saint Francois , niet alleen
om het landfchap van Seregippe en de Baai
van Todos los Santos te dekken,maarook
om de onderhanden zynde toerusting, tot
het herwinnen van Farnambuko alleen be-
gonnen , des te meer te begunstigen. Naa
dit alles verricht, en het leger van Albu-
kerke,dat de belegering van Olinde, zoo als

wy gezegd hebben , had moeten opbree-
ken ,ververscht te hebben , keerde hy in
Wynmaand met zyne onderhoorige vloot
naar Lissebon. Doch op deeze terugrey-
ze ontmoetten hem vier (1) sterkbemande (2) Neu-
Nederlandfche schepen, welke,onaangezien
het groote getal der vyanden, echter voldoe- 1. deei,°
ning van het laatstinBrazil voorgevallen ge- Pa^ 354-
vecht begeerende, alle zeylen byzetteden,
de bloedvlag opstaaken , als verwoede Leeu-
wen , onder 't balderen van 't gefchut op den
Spanjaard aanvielen , en dien nu van na
by dan van verre, zoo met hun grof- als
handgeschut indiervoege de laag gaven,
dat de geheele Spaansche vloot eerlang
te schande maakten. Want d'Ocquendo
ver-
 
Annotationen