Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Oth.]; Vaillant, Isaac [Oth.]; Gosse, Pierre [Oth.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Oth.]; Hondt, Pieter de [Oth.]: Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) (In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726)

477
BESCHRYVING
DER
NEDERLANDSCHE
HISTORIPENNINGEN,

DES TWEEDEN DEELS
SESDE BOEK.

1660.


^Aa zoo bloediger en zoo lang,
duurigen oorlog de gewensch-
0 te Vreede tusschen de Konin-
Igen van Spanje en Vrankryk
Jeyndelyk getroffen, en ook
de rust tusschen die van Zweede en Dee-
nemarke in 't Noorde, door de bemiddeling
der Vereenigde Gewesten , en met de hulpe
des Franfchen en Engelichen Afgezants,
hersteld zynde, begosten nu alom de zwaar-
den tot spaaden, en de spiesèn tot sikkelen
gessaagen te worden, en arbeydden ieders
gedachten niet zoo zeer om allerhanden
moordgeweer , alswel om zoodaanige
werktuygen uyt te vinden, die den inge-
zeetenen tot dienst, den koophandel tot
nut, en het menschdom in 't algemeen tot
eenig voordeel bequaam konden weezen.
Onder de ontdekkingen van dien aardt in
dit jaar gedaan was zekerlyk die van den
zeiken "eer Trewleben (i) geene van de minste.
vanzfaat Welke aanmerkende hoe groote fchatten
'v°deei '° ze°' 'y ’'ver^aan der ichepen, dage^
sol.568.' Iyks inzwolg, zich had bevlytigd om
eenig middel uyt te vinden, waarmede
men de goederen, die in de zee zelve
verzonken waaren, weder konde opvis-
fchen. Naa lang zoekens vondt hy zeker
konstgevaarte als nyptangen uyt, 't gene
men naar den grond liet zinken en dat hoe
het krachtiger te ruggetrokken wierdt,
hoe het sterker de zaaken, welke het aan-
trof, vasthieldt. Hebbende dan door
de hulp van dat konstwerk voor Gotten-
burg uyt zeker Deenlch oorlogschip So-
phia genaamd, 't gene voor zestienjaaren
aldaar gebleeven was, twintig metaale
stukken geschuts gevischt, wierdt hy door
den Koning van Zweede met zekere voor-

rechtsbfiéven begunstigd, Waarby het nad-
maaken van zyn'üytgevonden konstwerk
aan ieder op zeer zwaare straffen verboo-
den wierdt. Sedert nog zesentwintig an-
dere stukken uyt het oorlogschip van den
Onderadmiraal Witte Korneliszoon de
Wit, 't gene staande het gevecht van (2) (?) Brandt
den Lt. Admiraal van Obdam tegens de de Ruyter
Zweeden in de Sont, den achtten van foLl54<
Slagtmaand over twee jaaren, gezonken
was, hebbende opgehaald, kwam hy op
de uytnoodiging en door toedoen van den
Heer Marlelis vander Goes in Zeeland,
vermids voor Westkappel het koöpvlardy-
schip van den Hopman Waterdrinker met
eenen zeer grooten schat aldaar vergaan en
in volle zee gezonken was. Onder het
opzigt van de zes Heeren (*) Gemagtigde (*)&c0%
Raaden van Zeeland, te weeten Reynier &%'•
van Beke wegens Middelburg, Gasper In-
gels wegens Vlissinge, Job de Jong we-
gens Zierikzee, Gerard van Nisse wegens
Goes, Willem Vryberghen wegens Thoo-
len, en Johan van Maurigneault wegens
(3) Veere, midsgaders Adriaan Vett Loon- tySm@
trekkend Raadsman, en Peter de Huy- gang Kro^
bert Geheymschryver des Lands, Relde
de voorgemelde Trewleben met zoo goede fol. 425.'
uytkomste zyne uytgevondene nyptangen
althans, tot verwondering van al de wer-
reld en voordeel der eygenaaren van het
gezonken schip, te werk, dat men, zien-
de de groote menigte (4) van 't geYischte (4)Aitze-
zilver, edelgesteente, geschut , en ande- ™a %"™
re dierbaare goederen, ter eeuwige ge- en oori.
dachtenis van eene thans zoo welge-
lukte, doch voorheen onbekende uytvin-
ding, deezen volgenden penning aldaar ge-
munt heeft.

II.Deel.

Eeceee

Op