historipenningen.
maand volgens Bessuyt, dat 's daags te
voore genomen was,hun afscheyd gaaven.
Aldus onverrichter zaake,naa een jaar han-
delens, weder te Brussel terug komende,
was de vreugd , waarmede zich de Span-
jaards deswegen kittelden, op hunnenaan-
gezigten te leezen, lachgende in hunnen
vuyst, wegensdat de misnoegde Nederland-
II. Boek. Zij
sche Edelen,die wonderen beloofd hadden 1633.
te zullen uytwerken, als hen het roer van "
't Ichip van Staat waare aanbetrouwd,
eyndelyk afgemat en naa 't bedaaren dier
eerste vuurigheyd, met de schande van
niets verricht te hebben zich althans moe-
iten tot rust begeeven: 't geneook deesleg-
penning bevestigt.
De eene zyde vertoont wederom drie Dochters van Danaüs , verbeeldende de driederhande
Staatsleden, te weeten de Geertlyken, den Adel, en de Steden, zynde geweldig bezig met een vLerani
bodemloos vat vol water te scheppen. Boven op den put zit een uyl, welke het zinnebeeld van Hierop
hunne blindheyd en (1) waanwysheyd is, dewyl hunne poogingen ssechts een vruchtelooze ar- lib. XX.
teyd waaren; gelyk het omschrift te kennen geeft: cap.15.
PERIT UNDA LABORQUE. 1633.
HET WATER EN DE ARBETD GAAN HERLOOREN. 163.
Op de andere zyde is een stilleggend schip met opgewonde zeylen, binnen dit randschrift,
verbeeld:
NUNC VICTA QUIESCO. 163.
•
THANS MAGTLOOS ZYNDE RUST IK. 1633.
De Koning van Engeland, die zich ge-
duurende de laatste Payshandel geheel on-
zydig gedraagen had,scheen echter nergens
„meer op bedacht dan om degunst van den
Huyse van Oranje te winnen, en hier
door weder eenen naauweren band van
vriendfchap met de Vereenigde Gewesten
te leggen. Met dit oogmerk verhief hy des
Printen Neef den jongen Karel, Keurvorst
(2) Aitze- van den Palts, tot (2) Ridder van den Hoos-
mazaaken band : waarvan de eertekenen door Jo-
van staat , _
en oorl. han Sommerzet , Heraud der wapenen ,
fo^i'’ '" Nederland gebragt , en door Mylord
Veere aan den jongen Paltsgraaf op den
vierden van Oogstmaand in het Staatsche
(*)n.Deel leger, mids hy, zoo als (*) verhaald is,
s^xio. deezen veldtogt bywoonde , met de ge-
woonlyke plegtigheden en het bedryven
van veelerhande vreugdetekenen, over-
handigd wierden. De Koningin van En-
geland sedert op den vierentwintigsten van
Wynmaand te Sint James van eenen twee-
den Zoon zynde bevallen, gaf hy ook
van deeze geboorte niet alleen by brieven
/kennis aan den Prins van Oranje, maar
verzocht ook den zelven om nevens den
jongen Keurvorst van den Palts als getuy-
gen over den Doop te staan. Welke aan
hem, den vierden van Wintermaand, met
Koninglyke pracht te Sint James door
den Arirtsbissehop van Kanterbury be-
diend, en de naam van Jakob gegeeven
wierdt, zynde ten Doop gehouden door
den Graaf van Arondel, Grootlchatbe-
waarder van Engeland, uyt den naam van
den Keurvorst van den Palts en den Prins
(3) van Oranje; en door de Markgraavin (3)Ait^
van Hamilton, in de plaats der Konin-
ginne van Boheeme. Dees jonge Prins en oorl.
is sedert onder den naam van Hertog van
Jork bekend , eenen tytel eygen aan het
Koninglyke bloed van Plantagenette uyt
den Huyze van Anjou: want Koning
Richard de II. schonk dien aan zynen
Neef Edmond, vyfden Zoon van Eduard
den III ; en is die in 't vervolg aan den ^stL,%na
tweeden (4) Zoon der Koningen van En- giet' ,ton^
geland eygen geworden. Zoo te Lon- IV- fok
Hhh2 den "7'
maand volgens Bessuyt, dat 's daags te
voore genomen was,hun afscheyd gaaven.
Aldus onverrichter zaake,naa een jaar han-
delens, weder te Brussel terug komende,
was de vreugd , waarmede zich de Span-
jaards deswegen kittelden, op hunnenaan-
gezigten te leezen, lachgende in hunnen
vuyst, wegensdat de misnoegde Nederland-
II. Boek. Zij
sche Edelen,die wonderen beloofd hadden 1633.
te zullen uytwerken, als hen het roer van "
't Ichip van Staat waare aanbetrouwd,
eyndelyk afgemat en naa 't bedaaren dier
eerste vuurigheyd, met de schande van
niets verricht te hebben zich althans moe-
iten tot rust begeeven: 't geneook deesleg-
penning bevestigt.
De eene zyde vertoont wederom drie Dochters van Danaüs , verbeeldende de driederhande
Staatsleden, te weeten de Geertlyken, den Adel, en de Steden, zynde geweldig bezig met een vLerani
bodemloos vat vol water te scheppen. Boven op den put zit een uyl, welke het zinnebeeld van Hierop
hunne blindheyd en (1) waanwysheyd is, dewyl hunne poogingen ssechts een vruchtelooze ar- lib. XX.
teyd waaren; gelyk het omschrift te kennen geeft: cap.15.
PERIT UNDA LABORQUE. 1633.
HET WATER EN DE ARBETD GAAN HERLOOREN. 163.
Op de andere zyde is een stilleggend schip met opgewonde zeylen, binnen dit randschrift,
verbeeld:
NUNC VICTA QUIESCO. 163.
•
THANS MAGTLOOS ZYNDE RUST IK. 1633.
De Koning van Engeland, die zich ge-
duurende de laatste Payshandel geheel on-
zydig gedraagen had,scheen echter nergens
„meer op bedacht dan om degunst van den
Huyse van Oranje te winnen, en hier
door weder eenen naauweren band van
vriendfchap met de Vereenigde Gewesten
te leggen. Met dit oogmerk verhief hy des
Printen Neef den jongen Karel, Keurvorst
(2) Aitze- van den Palts, tot (2) Ridder van den Hoos-
mazaaken band : waarvan de eertekenen door Jo-
van staat , _
en oorl. han Sommerzet , Heraud der wapenen ,
fo^i'’ '" Nederland gebragt , en door Mylord
Veere aan den jongen Paltsgraaf op den
vierden van Oogstmaand in het Staatsche
(*)n.Deel leger, mids hy, zoo als (*) verhaald is,
s^xio. deezen veldtogt bywoonde , met de ge-
woonlyke plegtigheden en het bedryven
van veelerhande vreugdetekenen, over-
handigd wierden. De Koningin van En-
geland sedert op den vierentwintigsten van
Wynmaand te Sint James van eenen twee-
den Zoon zynde bevallen, gaf hy ook
van deeze geboorte niet alleen by brieven
/kennis aan den Prins van Oranje, maar
verzocht ook den zelven om nevens den
jongen Keurvorst van den Palts als getuy-
gen over den Doop te staan. Welke aan
hem, den vierden van Wintermaand, met
Koninglyke pracht te Sint James door
den Arirtsbissehop van Kanterbury be-
diend, en de naam van Jakob gegeeven
wierdt, zynde ten Doop gehouden door
den Graaf van Arondel, Grootlchatbe-
waarder van Engeland, uyt den naam van
den Keurvorst van den Palts en den Prins
(3) van Oranje; en door de Markgraavin (3)Ait^
van Hamilton, in de plaats der Konin-
ginne van Boheeme. Dees jonge Prins en oorl.
is sedert onder den naam van Hertog van
Jork bekend , eenen tytel eygen aan het
Koninglyke bloed van Plantagenette uyt
den Huyze van Anjou: want Koning
Richard de II. schonk dien aan zynen
Neef Edmond, vyfden Zoon van Eduard
den III ; en is die in 't vervolg aan den ^stL,%na
tweeden (4) Zoon der Koningen van En- giet' ,ton^
geland eygen geworden. Zoo te Lon- IV- fok
Hhh2 den "7'