1636. schild gesield is. Verder , tot bewys dat dees penning door den Magistraat , en op de be-
—-quaamverklaaring der Hooge Schoole gefchonken zy , leest men op den voorgrond:
MUNIFICENTIA MAGISTRATus, ET DECRETO
1 SENATus ACADemici.
DOOR DE MILDDAADIGHETD VAN DEN MAGISTRAAT, EN
OP 'T BESLUTT VAN DEN RAAD DER HOOGE SCHOOLE.
II. De tweede is den eersten gelyk , uytgezonderd dat hier de nieuwe Leeraar met den
Meesterlyken hoed en tabbaard , en den ontfangen penning van den hals afhangende versierd is,
midsgaders een boek in de hand heeft , en dat de krans door drie Engelen , evenals de wapen-
schilden door geene hand maar eenen Éngel wordt vastgehouden ; gelyk in de afbeelding kan ge-
zien worden.
(1) Aitze-
mazaaken
van staat
en oorl.
II. deel,
sol. 326.
Resol.
der Staat,
van Holl.
19 Sept.
1636. fol.
189.
(z)Resol.
der Staat,
van Holl.
15 oa.
1636. tol.
213.
(3)Aitze-
ma zaaken
van staat
en oorl.
II.deel,
fol.327.
De Fransche Koning niet tevreede met
den Payshandel, die door de Vereenigde
Gewesten met den Spaanschen Gezant be-
gonnen was, op de gezegde wyze ge-
stremd te hebben, liet sedert door zyne Af-
gezanten in 's Graavenhaage een naauwer
Verbond wegens de krygsbedryven van
den aanstaanden veldtogt aan de Vereenigde
Staaten voorssaan. Wier Gemagtigden,naa
verscheydene samenkomsten , eyndelyk
den (1) zesden van Hersstmaand met de
Franiche Gezanten een nader Verbond ont-
wierpen , om wederzyds, zoodraa doen-
lyk waare , op de behoorelyke wyze te
worden bevestigd: 't gene ook den vyf-
tienden van Wynmaand door (2) de Staaten
van Holland geschiedde. By dit nadere Ver-
bond, en uyt aanmerkinge der groote on-
kosten, die de Vereenigde Gewesten tot het
herwinnen van Schenkenschans in den voor-
gaanden winter gespild hadden, beloofde
de Fransche Koning aan de zelve tot de kos-
ten van den aanstaanden veldtogt vyftien-
honderdduyzend (3) guldens te geeven,
om met des te meer naadruks den gemee-
nen vyand, zoo op de Fransche als Staat-
sche grenzen, te beoorloogen. De Spaan-
fche Landvoogd, die van alle deeze han-
delingen ten volle onderricht was, scheen
des onaangezien wegens de aanstaande
krygsbedryven weynig bekommerd , en
vernoegde zich met zyne benden voltal-
lig te maaken, de grenssteden te voorzien,
en het noodige tot den veldtogt te laaten
verzorgen , mids hy niet twyfelde of alle
die hooge voorneemens zouden nietmin
dan over twee jaaren , te niet loopen , en
door onderling misverstand en wantrouwen
in rook verdwynen. De gemeente zelve 1637'.
hebbende gezien met hoe vaardige hulpe -=
haar in gevaar geweest zynde Vaderland
door den Keyzer bygesprongen, en onder
't beleyd van Pikolomini de ingedrongen
vyand terug gedreeven, en het Land ge-
red was, scheen zich, als van de hulp dier
Majesteyt zich geheel verzekerd houden-
de, wegens de groote toebereydsels , zoo
van den Franfchen Koning als de Vereen ig-
de Gewesten, weynig te bekreunen , gelyk
uyt deezen legpenningis op te maaken.
Op het voorstuk ziet men , onder het Oostenryksche wapen , dat door eenen Keyzerlyken
arend wordt vastgehouden , de Nederlandfche maagd met een gekroond fchild aan den rechteren
arm , waarop de letter F, als de eerste van 's Landsvoogds naam , gesteld is. En dewyl zy
zittende vertoond wordt, geeft dit haare gerustheyd te kennen, onaangezien aan haare eene zy-
de een Fransch krygsknecht met eenen blooten degen , staat , evenals aan de andere zyde een
ander der Vereenigde Gewesten in de zelfde gestalte verbeeld is, en die beyden haar schynen te
dreygen. Want het randschrift luydt aldus:
IGNORAT, TANTO NOMINE TUTA, METUM.
zr.
—-quaamverklaaring der Hooge Schoole gefchonken zy , leest men op den voorgrond:
MUNIFICENTIA MAGISTRATus, ET DECRETO
1 SENATus ACADemici.
DOOR DE MILDDAADIGHETD VAN DEN MAGISTRAAT, EN
OP 'T BESLUTT VAN DEN RAAD DER HOOGE SCHOOLE.
II. De tweede is den eersten gelyk , uytgezonderd dat hier de nieuwe Leeraar met den
Meesterlyken hoed en tabbaard , en den ontfangen penning van den hals afhangende versierd is,
midsgaders een boek in de hand heeft , en dat de krans door drie Engelen , evenals de wapen-
schilden door geene hand maar eenen Éngel wordt vastgehouden ; gelyk in de afbeelding kan ge-
zien worden.
(1) Aitze-
mazaaken
van staat
en oorl.
II. deel,
sol. 326.
Resol.
der Staat,
van Holl.
19 Sept.
1636. fol.
189.
(z)Resol.
der Staat,
van Holl.
15 oa.
1636. tol.
213.
(3)Aitze-
ma zaaken
van staat
en oorl.
II.deel,
fol.327.
De Fransche Koning niet tevreede met
den Payshandel, die door de Vereenigde
Gewesten met den Spaanschen Gezant be-
gonnen was, op de gezegde wyze ge-
stremd te hebben, liet sedert door zyne Af-
gezanten in 's Graavenhaage een naauwer
Verbond wegens de krygsbedryven van
den aanstaanden veldtogt aan de Vereenigde
Staaten voorssaan. Wier Gemagtigden,naa
verscheydene samenkomsten , eyndelyk
den (1) zesden van Hersstmaand met de
Franiche Gezanten een nader Verbond ont-
wierpen , om wederzyds, zoodraa doen-
lyk waare , op de behoorelyke wyze te
worden bevestigd: 't gene ook den vyf-
tienden van Wynmaand door (2) de Staaten
van Holland geschiedde. By dit nadere Ver-
bond, en uyt aanmerkinge der groote on-
kosten, die de Vereenigde Gewesten tot het
herwinnen van Schenkenschans in den voor-
gaanden winter gespild hadden, beloofde
de Fransche Koning aan de zelve tot de kos-
ten van den aanstaanden veldtogt vyftien-
honderdduyzend (3) guldens te geeven,
om met des te meer naadruks den gemee-
nen vyand, zoo op de Fransche als Staat-
sche grenzen, te beoorloogen. De Spaan-
fche Landvoogd, die van alle deeze han-
delingen ten volle onderricht was, scheen
des onaangezien wegens de aanstaande
krygsbedryven weynig bekommerd , en
vernoegde zich met zyne benden voltal-
lig te maaken, de grenssteden te voorzien,
en het noodige tot den veldtogt te laaten
verzorgen , mids hy niet twyfelde of alle
die hooge voorneemens zouden nietmin
dan over twee jaaren , te niet loopen , en
door onderling misverstand en wantrouwen
in rook verdwynen. De gemeente zelve 1637'.
hebbende gezien met hoe vaardige hulpe -=
haar in gevaar geweest zynde Vaderland
door den Keyzer bygesprongen, en onder
't beleyd van Pikolomini de ingedrongen
vyand terug gedreeven, en het Land ge-
red was, scheen zich, als van de hulp dier
Majesteyt zich geheel verzekerd houden-
de, wegens de groote toebereydsels , zoo
van den Franfchen Koning als de Vereen ig-
de Gewesten, weynig te bekreunen , gelyk
uyt deezen legpenningis op te maaken.
Op het voorstuk ziet men , onder het Oostenryksche wapen , dat door eenen Keyzerlyken
arend wordt vastgehouden , de Nederlandfche maagd met een gekroond fchild aan den rechteren
arm , waarop de letter F, als de eerste van 's Landsvoogds naam , gesteld is. En dewyl zy
zittende vertoond wordt, geeft dit haare gerustheyd te kennen, onaangezien aan haare eene zy-
de een Fransch krygsknecht met eenen blooten degen , staat , evenals aan de andere zyde een
ander der Vereenigde Gewesten in de zelfde gestalte verbeeld is, en die beyden haar schynen te
dreygen. Want het randschrift luydt aldus:
IGNORAT, TANTO NOMINE TUTA, METUM.
zr.