Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Oth.]; Vaillant, Isaac [Oth.]; Gosse, Pierre [Oth.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Oth.]; Hondt, Pieter de [Oth.]: Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) (In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726)

HISTORIPENNINGEN. IW. 431
Op het ruggestuk staat het gekroonde wapenschild des Spaanschen Konings, omvangen met 1658.
den Ridderlykcn halsband van 't Gulden vlies, en die weder met dit randfchrift: -*

QUIS SICUT REX NOSTER?

WIE IS GELYK ONZE KONING?

De Francoizen, die op de Atrechtsche
grenzen , Baande de winter, alles tot
eenen vroegen veldtogt hadden vervaar-
digd, rukten in Bloeimaand te veld, en
berendden Duynkerke, onder 't beleyd
van den Maarschalk van Turenne te lande,
Ri'encouit '""'' "ne vloot(i) van achttien of twin-|
Hist.de" tig Engelsche oorlogschepen de haven dier
xiv'to '" ™" de" zeekant ingessooten hieldt.
L pa'g°m' Het leger in 't ronde verschanst zynde,
29°. wierden den vyfden van Zomermaand de
loopgraaven tegens de Bad geopend, en
door der zelver bezettelingen, met zeven-
honderd ruyteren en negenhonderd man te
voet, nog dien zelfden dag een uytval,
en drie dagen laater een tweede gedaan,
doch zy beyde de reyzen, zonder veel
voordeels behaald te hebben, eerlang terug
naarbinnen gejaagd. Ondertusschen kreeg
het Fransche leger bericht, dat Don Jo-
han, de Prins van Kondé, en de in dit
jaar overgeloopen Maarschalk van Ho-
quincourt zich over Ypere naar Nieupoort
begeeven, en met het Spaansche leger den
elfaen van Zomermaand by de Abtdy in
de duynen nedergeslaagen hadden, met
voorncemen om, hun grof geschut ontfan-
frdede™1 ^e° (2) hebbende, den Maarschalk van
fer.tom. Turenne in zyne beschansing te bestoo-
Il.fol.419. ken. Doch dees, hen dat voordeel niet
willende laaten genieten, trok met het
Fransche leger, naadat de Maarschalk van
Hoquincourt den naastlaatsten nacht, in 't
bezigtigen Zyner beschansingen , was
doodgefchooten , in volle dagorde, de
werken ssechts bezet laatende, den vyf-
tienden in den vroegen morgenstond, naar

den Vyand; over welken Don Johan aan
den rechter' en de Prins van Kondé aan den Dë
(3) Vinkeren vleugel het bevel voerde. Riencourt
Turenne viel met den Franschen rechter' faisde
vleugel op Kondé, doende beyde wonde- xiv.tom.
ren, staande het gevecht, dewyl de een LP^^
den anderen de glori der overwinninge
poogde te ontjaageri. De Engelsche hulp-
benden, door de zandigheyd des gronds,
en dat de Spanjaards hier op de hoogten
geschaard stonden, hadden het geweldig
quaad, en zouden, aangezien zy liever
wilden geveld worden dan terug wyken,
ook (4) allen omgekomen zyn , zooniet
de Fransche ruytery hen net vanpasse Louis
ondersteund en opening gemaakt had: n[V^°™
waarop de zeege zich voor de Fransoizen 4,'"'
verklaarde ; onaangezien Don Johan en
de Prins van Kondé, aangespoord door
de wanhoop, mids 't Verloopen van 't ge-
vecht eene byna weêrgalooze dapperheyd
betoonden, om den gezonken moed der
hunnen weder op te wekken. Het was
by dit voorval dat den Prinse van Kondé
(5) zyn paard onder 't lyf doodgeschoo-
ten, en hy dus genoodzaakt wierdt om Condé.
eenen langen tyd tevoet te stryden, ja
zoude, mids het Spaansche leger zich on
dertusschen geheel op de vlugt begaf, ook
zekerlyk gevangen genomen zyn geweest,
zooniet (6) een Hopman zyner lyfwach- (6) De
te hem het zyne gegceven had, om ssincourt
dat gevaar te ontkomen. Wegens deeze Louis'
zeege heeft men naamaals, door de Hoo- xiv.tom.
ge Ichool der opschriften, deezen gedenk-
penning in Vrankryk, op last des Konings
zien in 't licht geeven.


Wiens kopstuk, zonder eenige borst- of bysieraadje, op de voorzyde verbeeld wordt,
rand omzoomd is met dit omschrift :

0.99 99 2

wier
LU^