Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0333
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Zijn jammerlijk einde

321

dat in heel dit gewrocht eene gewichtige rol vervult, is bij-
zonder wel gelukt. Tot in het minste bijwerk is de teekening
even juist en flink als de penseeling verzorgd en vaardig. De
warme en heftige kleuren zijn stout aangezet, met sterk licht
en zware schaduwen. De figuren vooral zijn los en natuurlijk
van houding en gebaren ; doch op hunne wezens ligt
een zweem van karakter- en levenloosheid. In éen woord,
heel het tafereel is uitgevoerd in den trant van den ver-
maarden Peter Aertsen, en bezit ook al dezes verdiensten
en gebreken. Met dit alles gelukte het Bueckeleer te dien
tijde toch niet, zich met zijne volkstafereelen een be-
staan te verschaffen. Dikwijls was hij zelfs door den nood
gedwongen de gewrochten van andere schilders te helpen
stoffeeren, tegen een dagloon van slechts éenen gulden. Zoo
kleurde hij, onder anderen, de kleederen der portretten van
Antoon Moor. Voor 5 of 6 ponden leverde hij zelf reeds een
zijner « groote schoon stucken.» Dit gebrek aan ondersteu-
ning ontmoedigde den kunstenaar, en de dood kwam hem
vroegtijdig oproepen uit de wereld, die voor hem toch maar
een tranendal was. In zijne laatste oogenblikken jammerde
Bueckeleer bitter, omdat hij zoo diep miskend was geweest, en
geheel zijn leven voor zulke beuzelachtige prijzen had moeten
wroeten. Eenige jaren na zijne dood stegen zijne werken aan-
zienlijk in prijs. Sommige golden zelfs twaalfmaal zooveel, als
de rampzalige schilder er had voor genoten. Van Mander kent
aan Joachim Bueckeleer" maat veertig jaren toe, wanneer hij
op het einde van i5y3 stierf. Gewis moet hij toen ouder zijn
geweest. Zijn portret, ons door den plaatsnijder Hendrik
de Hondt (Hondius) den Oude, nagelaten, stelt hem voor als
eenen man van bij de zestig jaren, met kalen schedel, gerim-

21
 
Annotationen