Op vlucht met pjne ouders

4o3

Goes, en hij vluchtte in allerijl met vrouw en kinderen uit de
stad, die hij eens als Burgemeester bestuurde. Op 24 derzelfde
maand kwam hij te Antwerpen aan. Zes dagen later ver-
scheen hij voor ons Magistraat, vergezeld van twee kooplieden,
die met hem, zoo te Leiden als te Antwerpen, verkeerd, gege-
ten, gedronken en gehandeld hadden. Zij getuigden, dat hij een
goed befaamd man was en geenszins besmet met ketterij. 1 Hij
noemde zich « Meester Cornelis van Veen, Janssone wijlen,
borger binnen der stadt van Leyden in Hollant. » Zijn ver-
langen was met zijn gezin binnen Antwerpen te mogen geves-
tigd blijven, waarvoor onze Wethouderen hem de toelating
vergunden. Die hardnekkige Watergeuzen werden echter zoo
stoutmoedig, dat zij op i3 Januari id~3 voor onze stad
zelve zeven schepen dorsten kapen. Toen waande de gewezen
Burgemeester van Leiden zich ook niet langer meer veilig
achter Antwerpens wallen. Den 7n Februari daarna kwam hij
andermaal vóór ons Magistraat, om een vrijgeleide en getuig-
schrift te bekomen, dat hij voor de rebellen uit Leiden was
gevlucht, en zich sedert 24 October « stadelicken binnen deser
stadt heeft gehouden, hem in alles dragende als een getrouwe
ondersaet van Sijne Majesteyt. » ïn dit stuk deed hij tevens
aanteekenen, dat hij van meening was naar Aken te reizen en
« hem aldaer int badt te begheven, om me te besoecken oft hij,
deur die gratie van Godt den Heere, aldaer eenige bate in sijne
indispositie van den huepe soude connen gecrijgen. » 2

Otto van Veen, die dus" op zijn veertiende jaar gedurende

1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1512, sub Asseliers § Martini,
vol. I, fol.531.

2 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1512, sub Asseliers § Martini,
vol. ƒ, fol. 499 v".