DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26569#0026
4 DE I N L E Y 13 I N G.
grooter uytgeRrektheyt is als de Beeldhouwing, en een
oneyndiger ruymte heeft om ons te vermaaken.
Wat kan er heerhjkers bedachtenuytgevoertwordeni
dan op een Tafereel de ichoonheyt derHemelen, de
groene giorie der Aarde , de schikking en de evenmeet-
baarheyt der Tempelen en Paleyzen, de zachtheyt,
warmte, kracht, en de tederheytdernaakte Beeiden,
de glcrierijke koieuren der kleedyen, de leevendig-
heyt der dieren, en voornaamiijk de uytdrukking van
onze hartstochten , gewoontens , manieren, kerkzee-
den , en heylige en weereldsche plegtigheden te ver-
toonen, en dat'aHes op eenkleyn hukdraagbaar iijn-
waat, dat men maklijk kaa vervoeren en verplaatien. Is
dat niet een Tovery waar by men geen andere Konft
rnag vergelijken? En uyt dat denkbeelt van die Kond,
kan men natuuriijk het gevoig van de achting die men
aan den KonRenaar verschuldigt is aheyden. Van dien
KonRenaar, zeg ik, die te zelver tijd een Schiider, een
Dichter, een HiAorieschryver, een BouwmeeRer, een
Ontieeder , een Natuurkenner , en een Wiskondenaar
is , of ten minOren behoort te weezen. Een Schiider te-
kent de waarheyt aan, verciert de fabei, behaagc aande
Inbeeiding, vervrolijkt het oog, beweegt de ziei, in 't
kort, een Schilder onthaait uw met Riizwijgende onder-
wijzen, deweike onschuidig zijn van vieijery of van schimp,
die ghy of kond daar iaaten, of met een verich vetmaak
herhaaien , zo dikmaais ais het uw zai gevaiien.
Indien die eygenschappen hem niet genoegzaamiijk
aanpryzen aan uw achting, dan weet ik niet waterwort
vereyscht om in 's menschen achring in te dringen. En
des niet tegenhaande noemen wy door een vreemde
Nootschikkelijkheyt het woord Schrider, zonderacht te
geeven op zijn K.onA, en wy schijnen hem te quaader
trou-
grooter uytgeRrektheyt is als de Beeldhouwing, en een
oneyndiger ruymte heeft om ons te vermaaken.
Wat kan er heerhjkers bedachtenuytgevoertwordeni
dan op een Tafereel de ichoonheyt derHemelen, de
groene giorie der Aarde , de schikking en de evenmeet-
baarheyt der Tempelen en Paleyzen, de zachtheyt,
warmte, kracht, en de tederheytdernaakte Beeiden,
de glcrierijke koieuren der kleedyen, de leevendig-
heyt der dieren, en voornaamiijk de uytdrukking van
onze hartstochten , gewoontens , manieren, kerkzee-
den , en heylige en weereldsche plegtigheden te ver-
toonen, en dat'aHes op eenkleyn hukdraagbaar iijn-
waat, dat men maklijk kaa vervoeren en verplaatien. Is
dat niet een Tovery waar by men geen andere Konft
rnag vergelijken? En uyt dat denkbeelt van die Kond,
kan men natuuriijk het gevoig van de achting die men
aan den KonRenaar verschuldigt is aheyden. Van dien
KonRenaar, zeg ik, die te zelver tijd een Schiider, een
Dichter, een HiAorieschryver, een BouwmeeRer, een
Ontieeder , een Natuurkenner , en een Wiskondenaar
is , of ten minOren behoort te weezen. Een Schiider te-
kent de waarheyt aan, verciert de fabei, behaagc aande
Inbeeiding, vervrolijkt het oog, beweegt de ziei, in 't
kort, een Schilder onthaait uw met Riizwijgende onder-
wijzen, deweike onschuidig zijn van vieijery of van schimp,
die ghy of kond daar iaaten, of met een verich vetmaak
herhaaien , zo dikmaais ais het uw zai gevaiien.
Indien die eygenschappen hem niet genoegzaamiijk
aanpryzen aan uw achting, dan weet ik niet waterwort
vereyscht om in 's menschen achring in te dringen. En
des niet tegenhaande noemen wy door een vreemde
Nootschikkelijkheyt het woord Schrider, zonderacht te
geeven op zijn K.onA, en wy schijnen hem te quaader
trou-