DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26569#0450
BE SCHILDERKONST
^,08
Lenkunde. Doch hy bepaalde zich niec binnen den veel-
L!euris;en omtrek van Floras en van Pomonas Lente en
Heriïschatten ; maar hy schiiderde desgeiijks alie goude
en zilvere Vaazen, Drinkschaaien en'Schoteien zo kon-
ïtigiijk, dat veeie Konhkenners geen onderscheyt durf-
den ifelien tusschen het leeven en de konif. Dic onder-
Aaande vaersje drukt die steliing niet onaardigiijk uyr.
Wanneer de vol vuurs, op 'tonbezieitpanneel,
'tN ieuwsgierig oog verschaikt door streeken van'c penseel,
Ontzet zich de Natuur, die voor den gloedderverwen
Haar Oost, hoegiansrijk, ziet verbieeken en besterven.
Vergeefs is 'tdar rnen van den vrekken Mtdas rept,
Hier heeftde konst de verf in klinkkiaar Goud herschept.
Eer wy eenige andere Konsttafereelen van dien beruch-
ten De<?w aanhaaien, zuiien wy een By-
zonderheyt aanhaalen, die ons verteic
in zijn Schouwburg der Schiiders en Schiideresfen; waar'
of onwaar scheelt maar een paar letters, en dat saatmen
daar.
Den voornoemden Je A/cr'w hadeenoverschoon Konst-
stak geschddert voor den Konstiiefhebber enmeteenook
Konstschilder ^ die hem daar voorbe-
taalde een som van twee duyzent Guldens. Die y<z/z
was een wclgesteit Man, die een treffelijke
woonptaats beneffens een neeringrijke Loorwitmaakcry
had bmnen Uyrrecht; doch die het eenenhetandervcr-
loor in het ramspoedigjaar van duyzentseshonderttwee
en zevcntig, waar door hy ineen Óechtenstaatgeraakte.
Hy had noch een geluk in het middenvanallezijneram-
pen getroffen, en dat geluk bestont in debehoudenisvan
dac voomoemt Tafereei van y. "D. ^ Dcfw, dat hy als
uyt
^,08
Lenkunde. Doch hy bepaalde zich niec binnen den veel-
L!euris;en omtrek van Floras en van Pomonas Lente en
Heriïschatten ; maar hy schiiderde desgeiijks alie goude
en zilvere Vaazen, Drinkschaaien en'Schoteien zo kon-
ïtigiijk, dat veeie Konhkenners geen onderscheyt durf-
den ifelien tusschen het leeven en de konif. Dic onder-
Aaande vaersje drukt die steliing niet onaardigiijk uyr.
Wanneer de vol vuurs, op 'tonbezieitpanneel,
'tN ieuwsgierig oog verschaikt door streeken van'c penseel,
Ontzet zich de Natuur, die voor den gloedderverwen
Haar Oost, hoegiansrijk, ziet verbieeken en besterven.
Vergeefs is 'tdar rnen van den vrekken Mtdas rept,
Hier heeftde konst de verf in klinkkiaar Goud herschept.
Eer wy eenige andere Konsttafereelen van dien beruch-
ten De<?w aanhaaien, zuiien wy een By-
zonderheyt aanhaalen, die ons verteic
in zijn Schouwburg der Schiiders en Schiideresfen; waar'
of onwaar scheelt maar een paar letters, en dat saatmen
daar.
Den voornoemden Je A/cr'w hadeenoverschoon Konst-
stak geschddert voor den Konstiiefhebber enmeteenook
Konstschilder ^ die hem daar voorbe-
taalde een som van twee duyzent Guldens. Die y<z/z
was een wclgesteit Man, die een treffelijke
woonptaats beneffens een neeringrijke Loorwitmaakcry
had bmnen Uyrrecht; doch die het eenenhetandervcr-
loor in het ramspoedigjaar van duyzentseshonderttwee
en zevcntig, waar door hy ineen Óechtenstaatgeraakte.
Hy had noch een geluk in het middenvanallezijneram-
pen getroffen, en dat geluk bestont in debehoudenisvan
dac voomoemt Tafereei van y. "D. ^ Dcfw, dat hy als
uyt