DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26571#0064
50 D £ S C H 1 L D E R K O N S T
hem een reeks van jaaren gemeenzaamlijk gekent en om-
megang met hem hebben gehad in het iteedje Breda. Hy
was een fix en wakker têkenaar, die wonderlyke konst-
juwelen zou hebben voortgebracht, by aldien hy niet ge-
lijk als \~Ary Huyhertsz Verveer honderde têkeningen en
stukken had begonnen, zonder er cen uyt die hondert
te voltooyen. Hy heeft voor het minst het befaamt oor-
deel van Michel ^Agnolo begonnen te têkenen op vyftig
verscheyde kopere plaaten , en op vyftig onderscheyde
lengtens van beeldenj en er geen eene eenige plaat van
opgemaakt , alhoewel op de sommigen pas een dozyn
beeldjes ontbraken, om voltooit te weezen. Doorgaans
têkende hy de ommetrekken van zyne beelden mec lak,
bruyne schyrgeel, en een weynig omber, die hy dan
hoogde os mec wit, of met koningsgeel, het welk geen
onaangenaam gezicht gaf aan zyne têkeningen. Hy be-
gon de beroemde Kolom van den Keyzer Trajaan op die
wyze te têkenenop een byster groote rol van geplemuur-
de doeken, die hy vasthegte op een instrument van hoe-
pels, voornemens om er een Kolom van te makenj maai*
toen wy hem aantoondcn, dat hy dan ten minsten viei*
brandladders moest laaten aan malkanderen vasthegten,
op dat den kyker het bovenste toppunt van die Kolom
zou konnen zien , dewyl zyne onderste beelden te kort
van gestalte waaren , keek hy er niet eens meer naar om ,
en iiet de Kolom berusten by zyne vorige begonne têke-
ningen.
Wy hebben veele gekoleurde Landschappen gezien van
dien wispeltuurigen Konstschilder , en onder dat getal
veri’cheyde opgeschilderde en met beeldjes gestoffeerde
landschapjes, zo konstiglijk geordonncert en zo verstan-
diglijk behandelt, datze niet veel voor de konsttafereelen
van Franpsco Milê behoefden te wyken. Daar by schil-
derde
hem een reeks van jaaren gemeenzaamlijk gekent en om-
megang met hem hebben gehad in het iteedje Breda. Hy
was een fix en wakker têkenaar, die wonderlyke konst-
juwelen zou hebben voortgebracht, by aldien hy niet ge-
lijk als \~Ary Huyhertsz Verveer honderde têkeningen en
stukken had begonnen, zonder er cen uyt die hondert
te voltooyen. Hy heeft voor het minst het befaamt oor-
deel van Michel ^Agnolo begonnen te têkenen op vyftig
verscheyde kopere plaaten , en op vyftig onderscheyde
lengtens van beeldenj en er geen eene eenige plaat van
opgemaakt , alhoewel op de sommigen pas een dozyn
beeldjes ontbraken, om voltooit te weezen. Doorgaans
têkende hy de ommetrekken van zyne beelden mec lak,
bruyne schyrgeel, en een weynig omber, die hy dan
hoogde os mec wit, of met koningsgeel, het welk geen
onaangenaam gezicht gaf aan zyne têkeningen. Hy be-
gon de beroemde Kolom van den Keyzer Trajaan op die
wyze te têkenenop een byster groote rol van geplemuur-
de doeken, die hy vasthegte op een instrument van hoe-
pels, voornemens om er een Kolom van te makenj maai*
toen wy hem aantoondcn, dat hy dan ten minsten viei*
brandladders moest laaten aan malkanderen vasthegten,
op dat den kyker het bovenste toppunt van die Kolom
zou konnen zien , dewyl zyne onderste beelden te kort
van gestalte waaren , keek hy er niet eens meer naar om ,
en iiet de Kolom berusten by zyne vorige begonne têke-
ningen.
Wy hebben veele gekoleurde Landschappen gezien van
dien wispeltuurigen Konstschilder , en onder dat getal
veri’cheyde opgeschilderde en met beeldjes gestoffeerde
landschapjes, zo konstiglijk geordonncert en zo verstan-
diglijk behandelt, datze niet veel voor de konsttafereelen
van Franpsco Milê behoefden te wyken. Daar by schil-
derde