Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: 'S Rijks aanwinsten uit de verzameling Steengracht
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Rede Van Mr. Dr. J. C. Overvoorde bij be uitreiking der bekroning volgens het fonds Gijsberti Hodenpijl
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0031

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
van die groote aantrekkelijkheid dezer schilderij, die haar onvergetelijk doet zijn.

Daarom stond ook dit portret aanvankelijk op het »lijstje” der Vereeniging Rembrandt,
die het echter gaarne aan Mevrouw Rosé afstond.

Hiermede eindigen wij onze korte beschouwingen. Op een dankbaar woord van
erkentelijkheid hebben recht allen, die zich voor deze zaak zooveel moeite hebben
gegeven, de Regeering, de volksvertegenwoordiging, de Vereeniging Rembrandt en niet
het minst de vele particulieren, die duizenden bijeen brachten voor het schoone doel;
zij allen kunnen verzekerd zijn van de erkentelijkheid van de talloozen in binnen- en
buitenland, die onze kunst liefhebben en die zich verheugen in het vooruitzicht, dat
de thans uit financieel oogpunt gelukkig waardeloos geworden kunstwerken voorgoed
eigendom zijn geworden van het kunstminnend publiek.

Welk een verschil met vroeger! De gang van zaken was zelfs vlotter dan bij den
aankoop uit de Six-collectie en heel de sympathieke wijze van samenwerken geeft moed
ook voor de toekomst.

De indruk, dien ons land naar buiten gemaakt heeft, is ongemeen gunstig geweest.
Van ganscher harte gunde men niet alleen op de veiling den Hollanders hun succes,
maar het optreden van de Vereeniging Rembrandt en van de particulieren versterkte den
indruk van toenemende welvaart hier te lande, samengaand met steeds meer durf tot
aanpakken ook waar het geldt het levendig houden van dat opgewekte kunstleven, waaraan
Holland mede zijn aanzienlijke reputatie dankt.

Ook dit — het mag niet worden vergeten — is een deel der beteekenis van
Hollands optreden op de veiling Steengracht.

W. MARTIN.

REDE VAN Mr. Dr. j. C. OVERVOORDE BIJ DE UITREIKING DER
BEKRONING VOLGENS HET FONDS GIJSBERTI HODENPIJL.

Den 8en Januari 1.1. had te Delft na de jaarlijksche. rede van den rector magnificus
de uitreiking plaats van de eerste bekroning volgens het fonds F. M. Th. Gijsberti
Hodenpijl, waaruit om het andere jaar óf eene prijsvraag wordt uitgeschreven voor
studenten der Technische Hoogeschool, óf eene bekroning wordt uitgereikt aan hen, die
het meest hebben medegewerkt tot het behoud van oude monumenten te Delft.

De bekroning werd nu uitgereikt aan den Heer N. Rodenburg voor de restauratie
van den fraaien laat-gothischen gevel van het huis de Handboog aan de Koornmarkt n°. 81.
In de hierbij gehouden toespraak schetste de voorzitter van de commissie van beoordeeling,
Mr. Dr. J. C. Overvoorde, de beteekenis van het fonds en wees hij, in verband hier-
mede, op het belang van het behoud der monumenten. Aan dit gedeelte zijner redevoering
ontleenen wij het volgende:

18
 
Annotationen