Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.1900-1901

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Kalf, Jan: De Textiele kunst in het Nederlandsch Museum, [2]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0158
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
152

gebogen, een vrij regelmatig patroon vormen en weer andere, waarbij
palmetten, oogen van pauweveeren, sterretjes en moesjes met bloemen
en blaadjes afwisselen. Men bemerkt, dat het fabrikaat zich hoe langer hoe
meer splitst in een reeks van kostbare en goedkoopere soorten, hoe
de vermenging van wol, linnen en katoen met zijde, het gebruik van
zijde-afval en van minderwaardig goud en zilver een goedkoope luxe
voor den burgerman gaan scheppen, ten koste van de verzorgdheid der
versiering. Men denkt onwillekeurig aan den modieusen boer uit Bredero's
Boeren Geselschap:

Arent Pieter Gysen die was so reyn int bruyn,

Sen hoedt met bloem fluwiel die sat hem vrv wat kuvn . . .
wien de kostbare fluweelen uit de straks beschreven periode wel te
duur zouden zijn geweest.

Langzamerhand wordt ook de verspreiding der weverij over
steeds nieuwe steden merkbaar: slecht geweven stoffen worden talrijk,
blijkbaar het werk van nieuwelingen in de kunst.

Intusschen blijft de weelde — wel voornamelijk van het fransche
hof — haar eischen stellen en naast de vele, met kleine patronen
versierde, slechte en leelijkc stoffen, worden toch ook nog goede in
groot aantal gemaakt.

Uit de eerste helft en van omstreeks het midden der XVlIe eeuw
bezit onze verzameling geen stalen van deze betere industrie, maar het
tijdvak van Lodewijk XIV daarentegen is vrij goed gerepresenteerd.

De oude verdeeling door golvende banden in groote vakken
leeft daar nog; zelfs het granaatmotief ontbloeit er opnieuw en de
vaas en de bloemenkorf, als middenstukken, vinden er gevarieerde toe-
passing. Het gebruik van allerlei texturen in één stof, maakt meervou-
dige scheringen noodzakelijk; getordeerde zijde en goud komen naast
de gladde draden, en de gouddraad-zelf — waarbij sinds lang metaal
den vroegeren darmhuid heeft vervangen — wordt grover, zoodat alles
samenwerkt om de stoffen zwaar en dik en stijf te maken.

Een prachtig specimen van dit fabrikaat — waarschijnlijk Itali-
aansch — is een zwaar zilverlaken met gecanneleerden grond, waarop
in groen, rose, blauw en geel, bladeren, groote pioenvormige en andere
bloemen tusschen golvende agrementbanden, die banen vormen, waarlangs
fijne arabesken loopen.

Overigens zijn de bekende typen uit deze periode — waarin
vooral kant-imiteerende slingers zeer geliefd waren — aanwezig in over
het algemeen goed geconserveerde stalen van voldoende grootte.

Ook de dunne damasten — veelal voor kamerbehangsel — vindt
men in een niet onbelangrijke serie. Het is hierin, dat zich een streven
naar realistische, in plaats van gestyleerde, teekening het eerst duidelijk
uit. De ondergang van het textiel ornament is daarmede aangekondigd.

Want wij krijgen nu al gauw vruchten en bloemen in bedriege-
 
Annotationen