Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Rooseboom, Matthijs P.: Plaatselijke Musea, [3]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0047

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
zal worden gelezen dat bovengenoemde voorwerpen in beginsel behooren te worden over-
gebracht, terwijl een voorstel van Dr. van Gelder, om deze stelling bij stelling 39 (37)
te voegen, door de Commissie overwogen zal worden.

Alsnu komt ter sprake het aangehouden punt over de salarieering. De Commissie,
bij monde van Mr. Muller, betreurt het zéér dat het amendement van Dr. van Gelder
tot schrapping der zinsnede is aangenomen. Op verzoek der vergadering wordt echter
aan de Commissie in overweging gegeven alsnog hierover eene stelling te formuleeren.

De Voorzitter der Vergadering dankt hierop de Commissie voor haar werk, door
haar met zooveel toewijding en ijver vervuld, en wijst tevens op het groote nut der
belangrijke discussies, die hiervan het gevolg zijn geweest. Zij zou haar taak kunnen
bekronen door in te gaan op het door Dr. van Gelder gedane voorstel, om eene uitgave
van het geheel der stellingen, definitief geredigeerd, en met voorbeeldên uit de praktijk
toegelicht, voor den Bond voor te bereiden. De Voorzitter der Commissie betuigt hare
bereidwilligheid hiertoe, en Dr. Hofstede de Groot verzoekt aan het Bestuur van den Bond
om Dr. van Gelder voor dit speciale doel aan de Commissie te willen toevoegen, hetgeen
door de Vergadering wordt goedgekeurd.

Na nog eenige mededeelingen van den Voorzitter over den voorgenomen tocht
naar Vlaanderen, in de eerste dagen van Juni, waarvan een plan aan de leden zal worden
toegezonden, en waaraan, naar hij hoopt, vele der leden zullen deelnemen, werd na ruim
drie uren geanimeerde discussie de vergadering gesloten.

M. P. ROOSEBOOM.

Bijlage: Hieronder volgen de aangenomen stellingen, met de bij wijziging

ingevoegde woorden cursief, de uitgevallen woorden tusschen [].

Stelling 29 (wordt 28).

Alleen de voorwerpen, die [werkelijk] eene voortdurende en algemeene bezichtiging
verdienen, behooren tentoongesteld te worden.

Ook een keuze uit de topographische en historische atlassen is als doorloopende
tentoonstelling gewenscht.

N.B. Uit verschillende oogpunten kan zulk eene doorloopende tentoonstelling van prenten
nuttig zijn: zij kan den groei van het geographische ressort in beeld brengen, den oorspronkelijken
toestand van geschonden oude gebouwen aanwijzen ter verduidelijking van den plaatselijken
bouwstijl, afbeeldingen van afgebroken oude gebouwen geven enz. — Men merke evenwel op,
dat doorloopende tentoonstellingen achter glas verschillende gevaren voor prenten leveren, door
het licht, door de vocht, door de stof enz.; geregeld deskundig toezicht is dus altijd noodig.

Stelling 30 (wordt 29).

Ieder museum bezitte buiten de tentoonstellingszalen een behoorlijk gerangschikt
depot, waar bewaard wordt, wat, hoewel op zich zelf belangrijk genoeg om te bewaren,
ongeschikt of niet van genoeg belang is voor voortdurende vertooning aan alle bezoekers;

34
 
Annotationen