Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Pluym, Willem van der: De Geertekerk te Utrecht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0074

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
vensters later ingekort, de oorspronkelijke vorm is aan de buitenzijde nog waar te nemen.
De toegang onder den toren is slechts in hoofdlijnen na te gaan, ook hier komt de lage
spitsboogvorm voor. De westgevel van den toenmaligen bouw bestond uit den baksteenen
toren, welke geflankeerd werd door twee schuine topgevels, ieder met een rondvenster,
waarvan de overblijfselen nog te zien zijn in de Z.W. kapel1). Uit al deze verschillende
gegevens zou ik willen besluiten, dat in 1250 de St. Geertrude-kerk bestond uit de tuf-
steenen hal met baksteenen toren, transept en koor.

Jde Bouwperiode: aanbouw der zijbeuken.

Deze bestaat in eene uitbreiding, het veel voorkomend verschijnsel bij middeleeuwsche
parochiekerken door het in aantal geregeld toenemen van parochianen. Hoewel te bewijzen

Gee^reKeRK-
TeUTIteCHT"
veRe>aiiLL£.nDe
DeT/=llLÓ' -

BOOGVORM T055cntn
P5LtR5 'Yfln HtT 501 |P
v'OLGensBetiWflHDez-
PtlWtqwittH t --[ïtKtmNG.

dotil vtf n-NeT
fcArcaremeri-

P06e.rt-n^e,5.

i)CH PPL: o oio.

Boven GfcDtfcue.
Vfln-DtITTORen

WeST-ZZJDfc,-

ÖUIflflL: O. 0 50 1.03


ï

BflK3Tttntn-GOO'r-
l-o> sr-PRo n e uwt
Dt ■ Z-W- lSflPfcL--

SülflftL : o o.io o'ro

DerfliLV/=in-De

GtwtLr-iRiRfse

peR-seicrti-oT^

ÖCHAAL: 0 00Ï 0.10


Figuur 4.

viel, dat men reeds bij den aanvang rekening gehouden had met uitbreiding, waarbij de
oude tufsteen-bouw gesloopt kon worden, is dit thans, om welke reden dan ook, niet
geschied. Zoo heeft men zich slechts beperkt tot het bijbouwen der zijbeuken, door den
noord- en zuidmuur van het transept met een 3 U. v. dikken muur te verlengen en
de wanden van het schip op 2 X 5 plaatsen en die van het transept op 2 X 1 plaats te
doorbreken; zoodat de muren van het schip gedragen werden door pijlers 3), (zie teekening
fig. 3); welke tot 1860 nog aanwezig waren. Dit doorbreken had van boven volgens
eene kromme lijn plaats, die slechts decoratief de functie van boog had, daar ze uit
horizontale lagen bestond. De vorm van deze bogen is na te gaan uit enkele bestaande 1 2

1) + 8 M. boven den grond.

2) Zie schetsteekening van Eyck van Zuylichem. (noot 3 blz. 54^.

5

61
 
Annotationen