Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0103

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Gennep. — Volgens den »Limb. Koerier” wordt het eenige aldaar nog overge-
bleven huis met trapgevel, naast het raadhuis, afgebroken. Het zou in het begin der
17de eeuw gebouwd zijn.

Medemblik. — Het huis »de vier nooraer cogge” met zijn sierlijken gevel en deur-
omlijsting van 1613, wordt 25 Maart a.s. publiek verkocht.

Ottersum (L). — De opgravingen van het verzonken klooster bij den Geestenberg
in het Rijkswoud zijn hervat.

Ned. Herv. kerk te Oud-Vossemeer — Bij de restauratie van de kerk is gebleken,
dat deze uit twee perioden dagteekent. Het transept is veel jonger dan het schip en
ook van een kleiner soort steen opgetrokken. De toren, die in verhouding tot de kerk
zeer klein is, vormt waarschijnlijk het oudste gedeelte van den bouw.

Arentsburgh bij Voorburg. — In het Verslag der Vereeniging Arentsburgh bericht
Dr. J. H. Holwerda over de in 1913 verrichte opgravingen van de Romeinsche neder-
zetting tusschen Voorburg en Rijswijk.

Het onderzoek van het weiland ten Westen van de buitenplaats Arentsburgh,
waarin de vorige jaren is gegraven, is in den zomer van 1913 niet voortgezet. De op-
gravingen bepaalden zich tot het weiland oostelijk van de buitenplaats om daar de
oostelijke begrenzing van de Romeinsche nederzetting te vinden: Aan deze zijde was
reeds in 1908 in opdracht van de Vereeniging »Die Haghe” gegraven. Bovendien moest
worden getracht aansluiting te verkrijgen aan de onderzoekingen van Prof. Reuvens, die
80 jaar geleden aan deze zijde een gedeelte van de Romeinsche vesting had blootgelegd.

De opgraving van 1913 had geen onmiddellijk resultaat. Het bleek alleen, dat er
in het weiland ten oosten van de buitenplaats veel was gegraven. Wel was op verschillende
plaatsen puin van de vesting aanwezig, maar eene voortzetting van den vestingmuur was
daar niet meer te vinden. Dr. Holwerda meende te kunnen vaststellen, dat de vesting
beperkt is geweest tot het gebied van de buitenplaats en het westelijk weiland. Aan de
oostgrens van het buiten parallel werd eene oude, geheel dichtgeworpen gracht gevonden
met het profiel der Romeinsche vestinggrachten. Misschien was deze gracht de afsluiting
der vesting aan de oostzijde.

Bovendien bericht Dr. Holwerda over zijne studie’s van de aanteekeningen van
Prof. Reuvens. Deze aanteekeningen bij de vroegere opgravingen gemaakt, berusten met
een aantal kaarten en teekeningen in het archief van het Rijksmuseum van Oudheden
te Leiden. Eerst de combinatie van de vondsten van Prof. Reuvens met de nieuwe
opgravingen zal een volledig beeld kunnen geven van den geheelen vestingaanleg.
Dr. Holwerda laat nu eene kaart teekenen van de beide opgravingen op gelijke schaal.
Zoo is het thans reeds mogelijk een overzicht te verkrijgen van het geheel. De volgende

90
 
Annotationen