Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Martin, Wilhelm: De nieuwe catalogus van het Mauritshuis, [2]: Repliek
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0158

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Het heeft mij eenigzins bevreemd, in Hofstede de Groot’s opstel verbeteringen
aan te treffen van fouten in den catalogus van 1914, die reeds in den catalogus van 1895
blijken te zijn gemaakt. Waar ik van alle kanten (vooral van Bredius en wijlen Moes)
voortdurend mededeelingen van nieuwe vondsten alsook van fouten in den catalogus van
1895 ontving, had ik dit ook, althans in geval van belangrijke details zooals dat van den
Royal Prince, mogen verwachten van de zijde van Dr. Hofstede de Groot, die een der
bewerkers is van de vorige editie. Ook een nieuwe vondst als die betreffende den Jacob
Savery zou mij vóór het afdrukken van den catalogus even welkom zijn geweest als b.v.
het nieuwe bewijs voor de juistheid der Maerten de Vos-attributie, dat mij door Dr. Dirksen
werd gebracht — om slechts één voorbeeld uit vele te noemen.

Ik kom thans tot mijn tegenwerpingen tegen die opmerkingen van den schrijver,
welke ik ongegrond acht. Op de drukfouten-noot ga ik niet in, want het zou mij even
gemakkelijk vallen, uit den catalogus van 1895 even zoovele drukfouten aan te halen.
Voor de grap zij, als tegenhanger van mijn «premier” in plaats van «grenier”, slechts
deze genoemd: Goltzius’ Minerva heeft in den catalogus van ’95 »la tête couverte d’un
masqué” in plaats van d’un »casque”! Het is eenvoudig ondoenlijk, om een werk van
zulk een omvang fouteloos te houden. In den catalogus van 1895 is zelfs de alfabetische
volgorde in de war: Ruisdael, Ruysdael, Ruysch.

Dat de Heer Nardus thans te Suresnes woont, weet ik, maar het eene geschenk
aan het Mauritshuis deed hij, toen hij te Arnouville woonde, het andere toen hij te
Vincennes verbleef. Ik kan niet geacht worden op de hoogte te zijn van de meerdere of
mindere tijdelijkheid van de woonplaatsen van hen, die iets aan ’t Museum schenken.
Lord Huntigfield’s woonplaats heb ik uit de literatuur over het onderwerp geput.

Hetgeen ik bedoel met de «ancienne attribution” van den Holbein No. 275, behoeft
voor den lezer heusch geen «raadsel” te zijn. Ziehier hetgeen er staat (let wel:subverbo
Holbein en dus a priori reeds aan diens meester toegeschreven): «Ce tableau est considéré
par les uns comme une oeuvre originale de Holbein, par les autres comme une copie
d’après lui et par d’autres encore comme du au pinceau d’un maitre contemporain de
Holbein. M. Bredius le croit une oeuvre du Maïtre de la mort de Marie et le compare
avec une Madone peint par celui-ci et faisant partie de la collection Crernin a Vienne
(No. 60). Nous croyons que ce tableau merveilleux n’est ni 1’oeuvre de ce maitre, ni une
copie d’après Holbein. En gardant provisoirement 1'ancienne attribution, qui pourrait être
juste, nous inclinons a croire qu’il s’agit d’une oeuvre d’un maitre allemand contemporain
de Holbein.” M.a.w. ik blijf voorloopig het portret onder Holbein vermelden omdat die
er nog ’t dichtst van alle schilders bij staat en de juistheid van die oude attributie niet
zóó geheel uitgesloten schijnt. Maar ik voor mij zoek intusschen in de richting van een
Duitschen Holbein-tijdgenoot. — Dat is toch, dunkt me, duidelijk genoeg. — Het zinnetje
«cela n’est pas certain” is het gevolg van een onbegrepen zinsnede uit de geschreven
Sweerts-biografie van Bredius, die door een vergissing is blijven staan in het zetsel. —
Bij het wegvallen van een titel, gelijk bij het «Memento Mori” etc. is het eenvoudigste

145
 
Annotationen