Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Korte berichten
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0165

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
te bestaan tegen de wijze, waarop B. en Ws. zich eene oplossing voorstelden. De heer
Verheul behandelde principieel de bezwaren, verbonden aan de combinatie van beide
musea en wilde het Kunstnijverheidsmuseum verbinden aan de Academie voor kunsten
en technische wetenschappen, die in eene middelbare technische school zal hervormd
worden, en wees tevens op de reeds aanwezige verzameling van het Museum van Land
en Volkenkunde. Later verdedigde Mr. S. Muller Fzn. in de »Nieuwe Rotterdamsche
Courant” de splitsing der niet bijeenbehoorende musea.

Na uitvoerige discussie werd op voorstel van den heer Gerritsen besloten om

B. en Ws, uit te noodigen om nader advies uit te brengen omtrent de samenvoeging der

musea en in afwachting hiervan de verdere behandeling van het voorstel aan te houden.

Tegen het plaatsen van de twee musea in één gebouw bestaat minder bezwaar,

indien dit wegens de plaatselijke omstandigheden gewenscht wordt; doch dan dienen
beide musea verder ook volkomen gescheiden te blijven en elk onder een zelfstandig
beheerder geplaatst te worden. Beiden, zoowel het Museum van Oudheden als het Kunst-
nijverheidsmuseum hebben te Rotterdam hun reden van bestaan en beiden kunnen zich
tot interressante musea ontwikkelen, doch de goede ontwikkeling hiervan wordt van den
beginne af in gevaar gebracht door de samenvoeging onder één hoofd. Het Museum van
Oudheden is nog slechts in een stadium van eerste ontwikkeling en voor de kunstnijverheid
moet nog zelfs de kern gevormd worden. Beide verzamelingen hebben de volle werkkracht
noodig van een deskundig beheerder en de eischen voor den beheerder te stellen zijn
voor beide musea te verschillend, dan dat verwacht mag worden, dat één persoon èn de
noodige werkkracht, èn de noodige speciale kennis in zich zal vereenigen, die vereischt
worden om deze musea op te voeren tot eene hoogte, geëvenredigd aan de plaats, die
Rotterdam als havenstad bekleedt.

Daarvoor is meer noodig dan het beschikbaar stellen van een zoo belangrijk bedrag
voor de stichting van het gebouw en de goede wil van den beheerder.

Wij hopen, dat dit aan het gemeentebestuur aanleiding zal geven om nader kennis
te nemen van de uitvoerige beraadslagingen door den Bond gewijd aan de inrichting der
musea en dat Rotterdam hierdoor behoed zal worden van te vervallen in de fout, waaronder
zoovele andere musea gebukt gaan, met name van de samenvoeging van niet bijeen-
behoorende onderdeden en het hinken op twee gedachten, waardoor óf een deel óf het
geheel der verzameling belet wordt om tot volle ontwikkeling te komen.

_ J. C. OVERVOORDE.

Meppel. — Te Meppel is opgericht de vereeniging »het Schultehuis”, tot instand-
houding van historische bouwwerken en voorwerpen.

Aangekocht is hiervoor het Schultehuis te Wanneperveen, door den heer
B. Houwink Hzn. te Meppel, voor de som van ƒ 3000 en ƒ500 voor den inventaris,
tot groote spijt van antiquairs, die toen labelachtige prijzen gingen bieden.

Dit en andere huizen zullen tot musea worden ingericht, alwaar alles zal worden
verzameld wat voor de historie der steek van belang is.

152
 
Annotationen