Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Blok, Ima: Gegevens voor de geschiedenis der kleederdrachten (Kleeding) in de 14de eeuw, uit de rekeningen der grafelijkheid
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0201

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Hoofdbe-

dekking.

1343. Ziden covden ende zide tot mijns heren torkeelen ende tot synen wamboyse.

Rek. v. Holl. 3. 143.

1343. Tornikeal. Rek. v. Holl. 3. 118.

1343. Krijgswamboys. Rek. v. Holl. 3. 118.

1344. Tornikeele te poynte1 2) vermaken. Rek. v. Holl. 3. 358.

1344. 18 grote ziden oorden, plate ende tornikeele mede te riën. Rek. v. Holl. 3. 338.

1344. Stof voor wapcnroc. Rek. v. Holl. 2. 482.

Voor het rijgen kan men het beste vergelijken de grafmonumenten van v. Walcourt
en van Jan I van Polanen (zie onder platen), waar we echter alleen leer geregen vinden.

Tot een zeer belangrijke factor van het krijgskostuum hoort de bedekking van het
hoofd, de manier, waarop men dit zoo gewichtig en zoo moeilijk te beschermen lichaams-
deel tegen de zware houwen van de wapenen der vijanden tracht te dekken.

1342. Ketelhoet. Rek. v. Holl. 2. 114.

1343-44. Ketelhoet. Rek. v. Holl. 3. 137, 139, 143, 144, 158, 159, 161, 338.

1344. Ketelhoed te hernaghelen. Rek. v. Holl. 3. 159.

1344. Ijzeren hoed. Rek. v. Holl. 3. 355, 356, 358.

1344. Beckeniel3). Rek. v. Holl. 2. 114.

1343. Helm te gaten. Rek. v. Holl. 3. 158.

1343. Helm te stofferen 3). Rek. v. Holl. 3. 122.

1343-44. Helm. Rek. v. Holl. 3. 120, 122, 143, 356, 358.

1343—44. Cembre4) v. sijnen helm. Rek. v. Holl. 3. 102, 118, 158.

1343. Paeus 5 6) vederen mijns here helm mede te maken. Rek. v. Holl. 3. 130.

1344. Kaljsvelle: covelare 6) timber up helm te maken. Rek. v. Holl. 3. 337.

1343. Stoc om m. heren helm op te draghen. Rek. v. Holl. 3. 158.

Onder de woorden »ketelhoed, ijzeren hoed en beckeniel” heeft men zich een
»bassinet” of gewone pot voor te stellen, terwijl de ijzeren hoed in ’t bijzonder wel een
ijzeren hoofdbedekking met rand naar beneden tot bescherming van de oogen zou kunnen
zijn, zooals men die o. a. vindt bij Viollet-le-Duc in zijn Catalogue du mobilier deel V
op »bassinet” en »bavière”, en bij Couderc: Album de portraits pl. XI op de miniatuur
van c. 1378.

»Een helm te gaten!” Het waarschijnlijkst zullen deze openingen gediend hebben om
het helmteeken aan vast te maken door middel van maliën of veters 7), om de maliën aan
te bevestigen; een andere lezing zou zijn, dat de openingen dienden om lucht door te laten.

Men vindt dus helmen niet eerder hier vermeld dan 1343, maar we kunnen

1) Zoo, dat het goed zit.

2) Bedekking van het hoofd van ijzer of staal.

3) Voeren.

4) Helmteeken.

5) Pauwenvederen.

6) Dikke grove stof.

7) Viollet-le-Duc: Catalogue du mobilier, deel II, »jouste".

188
 
Annotationen