Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Openingsrede: van den vorzitter
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0248

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
door den Heer Petri werd geijverd voor het behoud van den belangrijken gevel de Arck
te Oudewater, het Spaansch Gouvernement te Maastricht werd door onzen nestor
Jhr. Victor de Stuers aangekocht om dit voor ondergang te redden en te ’s-Gravenhage
is eene commissie werkzaam in het belang van Huygens’ Hofwijck. Uit verschillende
andere gemeenten ontvingen wij berichten van pogingen tot behoud, die in voorbereiding
zijn en die wijzen op veler belangstelling, doch daarnaast moet ook gewezen worden op
het besluit van den gemeenteraad te Amersfoort, die eene kleine subsidie weigerde voor
de Kamper Binnenpoort, en op de klachten over onvoldoend onderhoud van den toren
te Schillaard.

Aan den ongewenschten toestand, dat monumenten van groote beteekenis ressorteeren
onder departementen, die niet in de eerste plaats het oudheidkundig belang dienen, kwam
een begin van verbetering door de overbrenging van het slot Loevestein van Oorlog naar
Binnenlandsche Zaken. Moge deze eerste stap ook voor andere monumenten spoedig tot
navolging voeren en eindelijk eene algemeene regeling getroffen worden, waardoor voorkomen
wordt, dat het Rijk zelf het voorbeeld geeft van onvoldoende onderhoud of vernieling
van monumenten.

De goede resultaten, die in andere provincies bereikt werden door het instellen
van oudheidkundige commissies, gaven aanleiding tot het stichten van eene dergelijke
commissie voor Groningen, en te Delft gaf de eerste bekroning volgens het legaat
Gijsberti Hodenpijl het bewijs van herleefde belangstelling in de oude bouwkunst.

Gaarne wijs ik hierbij ook op de verschillende verordeningen tegen het ontsieren
van de omgeving door hinderlijke reclames en op de speciale voorschriften tegen brand-
gevaar voor monumenten, die te Utrecht zijn uitgevaardigd en die aan andere gemeenten
tot navolging mogen strekken. De kerkbrand te Streefkerk bewees nog kort geleden
welke gevaren het onoordeelkundig omgaan met vuur voor de monumenten kan opleveren.

Ten slotte vermeld ik hier de belangrijke reorganisatie van den oudheidkundigen
dienst in Indië, die onder de kundige leiding van Dr. Krom ook aan de monumenten
van Hollandschen oorsprong aldaar ten goede komt.

Ook op het gebied der praehistorische oudheden leverden de opgravingen te
Emmen en in Limburg belangrijke gegevens en met belangstelling begroet ik de oprichting
van eene Praehistorische Vereeniging in Drente. Het verheugt mij, dat de kundige voor-
ganger op het gebied der wetenschappelijke opgravingen in Nederland, Dr. Holwerdajr.,
zich heeft bereid verklaard om aan het eind van deze vergadering eenige mededeelingen
te doen over zijne werkzaamheden.

De behandeling der stellingen door den Bond aan de musea gewijd gaf aanleiding
tot belangrijke discussies. De stelregel om geen niet-bijeenbehoorende musea samen te
voegen werd van practisch belang bij de behandeling van de grootsche museumplannen
te Rotterdam. De vereeniging van een historisch en een kunstnijverheidsmuseum vond in
den gemeenteraad krachtige bestrijding van de zijde van ons correspondeerend lid den
Heer J. Verheul Dz Dit leidde tot het aanhouden der beslissing en tot een adres van

235
 
Annotationen