Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Neurdenburg, Elisabeth: Aanwinsten Nederlandsch Museum voor geschiedenis en kunst
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0256

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
maken. Een reeds vroeger in de verzameling opgenomen kom, die uit den kunsthandel zonder
bekende herkomst werd gekocht, vertoont veel overeenkomst met deze nieuwe aanwinst. De
wijze van versieren met ingegrift en doorgeprikt ornament is dezelfde. Het doorzichtige
glazuur van de helderwitte kom is prachtig bewaard. Een enkele blauwe vlek of streep
dient bovendien tot versiering. We zullen deze twee kommen vermoedelijk als werk uit de
11de— 12de eeuw moeten beschouwen.

Een ivoorkleurige kom (afb III), die, hoewel sterk beschadigd, toch nog genoeg
van zijn vroegere schoonheid heeft behouden, heeft den vorm van een halven bol met
iets vernauwden bovenrand. De aarde is lichtgeel, het doorzichtige glazuur is aangebracht
over een relief-ornament aan de buitenzijde en een ingegrifte versiering aan de binnenzijde;
het is echter op sommige plaatsen afge-
sprongen. Dooreenkronkelende arabesken-
ranken vormen de versiering van de
buitenkant, terwijl de binnenzijde randen
van kleine voluutkrulletjes en van streepjes-
ornament vertoont. Ook deze kom laat
op verschillende plaatsen licht door. Sarre,
die in de Amtliche Berichte aus den König-
lichen Kunstsammlungen van November
1913 een kom met dergelijke arabesken-
versiering, eveneens doorschijnend, af-
beeldt, beschouwt deze als Perzische kunst
uit de 11de 0f 12de eeuw. Ook hier moeten
we op de ook door Sarre besproken over-
eenkomst met de Sung-Blancs de Chine
wijzen.

Met deze aanwinsten is het museum
dus in het bezit gekomen van een tot voor
kort onbekende groep van Oostersch aardewerk. Maar ook de latere Oostersche ceramiek
is in de laatste jaren met eenige zeer mooie stukken uitgebreid. Het zijn een paar
kommen van 13de-eeuwsch Perzisch aardewerk en een 15de-eeuwsche Syrische kom, welke
werden aangekocht of van welwillende zijde in bruikleen gegeven.

Afbeelding IV vertoont een Perzische kom, die aan de binnenzijde in olijfgeel
luster, dat wel veel van zijn glans heeft verloren, is versierd met drie in het luster op
dekkend wit glazuur uitgespaarde papegaaien, die kop aan staart in een cirkel om den
bodem zijn geschikt, welke een eveneens uitgespaarden kalkoenachtigen vogel draagt. De
fijn geschilderde papegaaien met hun symmetrisch krullende staarten zijn zeer decoratief.
Een er van pikt naar een bloempje, dat een toevallig te groot geworden tusschenruimte
aardig vult. De buitenzijde is met blauw glazuur overtrokken en met een rand van
schriftteekens in olijfgeel luster versierd. We kunnen deze kom, hoewel in een geheel

Afb. VI. Kom van Syrisch aardewerk.

243
 
Annotationen