Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Martin, Wilhelm: Over museumscatalogi
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0269

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
uitweiden. Integendeel begin ik mijn opstel met te wijzen op fouten in mijn werk van 1895 1).

Ik ga thans over tot eenige geschilpunten, die ik van principieele zijde wensch te
behandelen.

I. De alfabetische volgorde van een catalogus, (blz. 145).

Prof. Martin merkt op, dat de catalogus van 1895 tegen de volgorde van het
abeecee zondigt door Salomon van Ruysdael te laten volgen op Jacob van Ruisdael en
te plaatsen voor Rachel Ruysch. Het feit is volkomen juist. De reden ervoor is de
volgende: Jacob v. R. schrijft zijn naam even geregeld »Ruisdael” als Salomon » Ruysdael”
schrijft. Deze schrijfwijzen zijn in verreweg de meeste gevallen uiterlijke bewijzen voor
de echtheid eener handteekening op een schilderij. Komt er een stuk aan ’t licht met de
spelling J. v. Ruysdael, dan is het 99 tegen 1 dat deze handteekening valsch is. Men
heeft dus de plicht de namen ook zoo te spellen en kan niet, zooals bijv. bij Bakhuyzen,
die ook vaak Backhuyzen schrijft, tusschen twee wijzen van spellen kiezen en beide
schilders óf op Ruisdael óf op Ruysdael onderbrengen. Nu wil het ongelukkig toeval,
dat een schilderes Rachel Ruysch alfabetisch tusschen beide in ligt. Indien men haar ook
in den catalogus tusschen de beide Ruisdaels in plaatst, zal in 999 van 1000 gevallen
de gebruiker, die niet op de hoogte is van het kleine verschil in spelling, indien hij na
Jacob van Ruisdael geen schilder Salomon vermeld vindt, denken dat van laatstgenoemde
geen werken aanwezig zijn en hetzelfde zal hij vermoeden, die Salomon van Ruysdael
opgeslagen hebbende, vóór hem geenen Jacob vermeld vindt.

Onze voorouders waren in de spelling hunner namen zeer weinig standvastig. De

afwijkingen zijn ontelbaar. Het natuurlijk gevolg is, dat ook wij niet consequent kunnen

zijn. Ieder zoekt tot dusver een eigen weg. Deze is verschillend in Elias’ Vroedschap

van Amsterdam, Thieme’s lexicon, mijne Quelienstudien zur holl. Kunstgeschichte en in

den catalogus van het Mauritshuis. Wil men den daar gekozen weg niet, dan kan men

bijv. ook alfabetizeeren: „ . , , T

J Ruisdael, J. v.

Ruisdael, zie Ruysdael S. v.

Ruysch, R.

Ruysdael, zie Ruysdael, J. v.

Ruysdael, S. v.

Wie meent, dat dit doelmatiger is, doe het!

II. De literatuur (blz. 145).

De catalogus van het Mauritshuis vermeldt als woonplaats van Lord Huntingfield
Birmingham. Ik heb mij verstout, mede te deelen dat de edele lord van Hollandschen

1) Dr. Martin beklaagt zich er over, dat ik hem voor den druk geene mededeeling heb gedaan
van nieuwe vondsten. Deze opmerking verbaast mij zeer. Ik heb den schrijver (ik meen in October 1912
voor mijn vertrek naar Amerika) een lange lijst van aanvullingen op het eerste gedeelte van den
katalogus ter hand gesteld met verzoek mij te willen mededeelen, wanneer het vervolg gewenscht
werd. Deze mededeeling heeft mij nooit bereikt. Mijne aanvullende opmerkingen beginnen dan ook
met weinige uitzonderingen bij Ho .... (Holbein, Honthorst enz.).

256
 
Annotationen