Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Over museumscatalogi
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0272

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Tot de taak van den museumsdirecteur behoort evenwel ook, alles bijeen te brengen
en openbaar te maken, wat wetenswaardig is voor den deskundigen bezoeker en voor
den belangstellende, die niet zelf in staat is,' het Museum op elk oogenblik, dat hij iets
wenscht te weten, te bezoeken en het daar met eigen oogen na te gaan. Hiertoe behoort
in de eerste plaats eene zoo nauwkeurig mogelijke beschrijving der kunstwerken. Kan
men van een kunstwerk een afbeelding geven, dan kan datgene, wat de afbeelding
duidelijk genoeg aangeeft, weggelaten worden. De afbeeldingskunst is evenwel nog niet
op die hoogte, dat zij, vooral bij de donkere schilderijen der Hollandsche school
beschrijvingen overbodig maakt. Vooral de kleuren dienen zoo nauwkeurig mogelijk te
worden opgegeven. Over het algemeen kunnen de levensschetsen der kunstenaars worden
bekort. Hier kan men verwijzen naar de gedrukte bronnen en vooral alle gegevens
weglaten, die met den loopbaan als kunstenaar niets te maken hebben. Geboorte en
sterfjaar zijn gewoonlijk voldoende, dag en maand kunnen in den regel wegblijven. In
andere gevallen weer niet: Paulus Potter werd op ’t eind van November geboren en stierf
in ’t midden van Januari. Gaf men alleen de jaartallen 1625—54, dan zou iemand kunnen
veronderstellen, dat hij bijna 30 jaar oud was geworden, terwijl hij feitelijk slechts even
28 werd. Dit verschil van twee jaar is van belang bij een artistieken loopbaan, die slechts
11 a 12 jaren omvat. Ook het huwelijk kan onvermeld blijven (behalve met een vrouw,
die bijv. als dochter of zuster van een ander kunstenaar wellicht een artistieke relatie
aangeeft: Wybrand de Geest door zijn vrouw zwager van Rembrandt, enz.) evenals de
namen en het getal der kinderen (behalve in hetzelfde geval).

De herkomst van een schilderij moet zoo nauwkeurig mogelijk worden opgegeven,
omdat in een onafgebroken stamboom vaak gegevens liggen voor de aantooning van de
echtheid van dit, of van de valschheid van een ander exemplaar. Ook de opgave der
prenten mag niet ontbreken en voor hem, die buitenaf een photographie van een schilderij
wenscht te bezitten, is het van groot gemak te weten, welke keuze van photografen hij heeft.

Nu zegt de directeur wel: wie meer wil weten, dan ik meen te moeten geven,
kan zich tot mij wenden, doch dit kan hij niet ernstig meenen. Gold deze stelregel, dan
behoefde men niets door den druk gemeen te maken. Men behoefde bijv. ook geene
handschriften uit te geven. De eigenaar of bewaarder zou eenvoudig zeggen: schrijf maar
aan mij! Juist omdat men niet den eenling, die toevallig in staat en vrijmoedig genoeg
is aan dit verzoek te voldoen, wil gerieven, maar iedereen, waar ter wereld ook, onge-
vraagd, zonder moeite, zonder kosten, zonder tijdverlies wil inlichten, heeft men indertijd
de drukpers uitgevonden J).

De schrijver wil de aanteekeningen over kunstenaars en kunstwerken in het Museum,
die voor kunsthistorici van belang zijn, jaarlijks in een uitgave vereenigen. Dit was voor
twintig jaren ook mijn denkbeeld, dat ééns is uitgevoerd. Waartoe heeft het geleid? Dat 1

1) Men veronderstelle eens, dat in deze dagen een Duitscher ten opzichte van een kunstwerk
in een Engelsch museum aangewezen ware op de bereidwilligheid van den directeur!

259
 
Annotationen