Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0463

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
436

BO EISEN KENN IS.

De schrijver bewijst met honderden van noten hoeveel Vondel
aan andere schrijvers verplicht is, zooals bij voorbeeld bij ons
Jan ten Brink de punten van overeenkomst heeft aangetoond tus-
schen Tasso’s Aminta en de Leeuwendalers, en anderen daaren-
tegen Vondel als voorbeeld van Milton hebben geschetst. Op
dergelijke wijs stelt de heer Booten bij voorbeeld JEneas nevens
Gysbrecht, en wijst in bijzonderheden de punten van overeen-
stemming aan.

De noten door den schrijver met zorg aan den voet der
bladzijden gezet geven ook menigmaal aanleiding de Studie van
een of ander punt verdcr uit te breiden. Zelden betrapt men den
schrijver op eene zekere lichtzinnigheid, zooals in het verhaal
van den inhoud der Leeuwendalers, waar hij beweett dat Adelaert
Hageroos aan den overmoed van den Wilden man heeft ontrukt
en dat de heerschappen bijeenkomen om te beslissen dat men
aan dezen Wilden man een offer moet brengen.

De schrijver heeft niet ingezien dat de Wilde man eenvoudig
het zinnebeeid is van den oorlog die ’t land kwelt, en « zieh
alle jaren » een offer komt uitzoeken; dat dit offer door den
oppergod Pan _ gevraagd wordt, maar dat de satyr die Hageroos
in ;t bosch vervolgt met dezen Wilden -man niets gemeen heeft
(bl. 175-180.) Dergelijke foutjes zijn zeldzaam in dit werk. De
schrijver zegt zeer juist dat Vondel (hier zoowel als elders) den
lof der omwenteling nergens verlieft; hij doet dit ook in het
Pascha niet, wat eenvoudig en duidelijk naar Bartas is bewerkt
en, naar mijne meening, geenszins geschreven is om Willem van
Oranje te verheerlijken; eene gedachte welke Prof. Dr. Paul
Alberdingk Thijm herhaaldelijk heeft uitgewerkt, doch tot welker
behandeling hier de gelegenheid niet bestaat.

Kor'com het boek van den heer Looten is een voortreffelijk,
leerrijk werk, dat aan allen die de nederlandsche taal niet mächtig
zijn warm wordt aanbevolen, even zooals aan hen die Vondel
meenen te verstaan : ja het is een werk dat zeifs aan de tegen-
woordige uitgevers uitmuntende diensten kan bewijzen.

De werken van J. van den Vondel, uitgegeven door Mr.
J. van Bennep. Herzien en bijgewerkt door J. H. W. Unger t
1621-1625. De Amsterdamsche Hecuba, Palamedes, 1626-1629.

PEppolytus 0} Rampsalige Kuyscheid, i63o-i636, Josef of Sofom-
paneas. Gent, S. Beliaert, A. Siffer en C".

Alleen de dramatische werken zijn op den omslag aan-
geduid. Wanneer men bedenkt dat Vondel meer lyrische dan
dramatische gedickten geschreven heeft, schijnt het overbodig een
middelmatig dramatisch werk uitsluitelijk te vermelden. De twee
deelen zijn versierd met een aantal illustratien, die echter door de
bewerking veel verloren hebben. In lioe verre wij hier de uitgave
 
Annotationen