Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Grieken, Th. M. M.
de Plant in hare Ornamentale Behandeling: met eene Inleiding : "over de Zinnebeeldige Voorstelling". 2 Titelplaten, 38 Albumplaten, 4 tekstplaten en 150 tekstfiguren — Groningen, 1888

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0078
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
wingerd voorstellen. (De bladeren van de verschillende soorten van den wijnstok loopen zeer
uiteen, vergel. a.pl. 7. Ook de streek, waar de plant groeit of vanwaar zij is overgebracht,
brengt in dit opzicht soms eigenaardige afwijkingen mede). Zulke bladovergangen zijn voor den
leerling-ornamentist van de grootste waarde, omdat de natuur hem daardoor leert, op welke
wijze hij uit eenvoudiger vormen rijker gesnedene kan verkrijgen. Deze door de natuur geleverde
overgangsvormen geven voorts, onder meer geometrische gedaanten gebracht, eene reeks van gesty-
leerde bladvormen, die tot het verkrijgen van verscheidenheid in de ornamentatie de uitgebreidste
toepassing kunnen vinden.
Bij den esch, en bij meer andere boomen b.v. den okkernoot, vertoont zich volgens Dr. H. Witte
in dit opzicht een zeer aardig verschijnsel. Wanneer men eenen ouden esch heeft, waarvan wij het
samengesteld blad in fig. 9 A afbeelden, dan komt het wel eens voor, dat er van de zaden, die in het
najaar van den ouden boom afvielen, een groot aantal jonge esschen opkomen. Verplant men
tijdig die jonge boompjes, dan zal men ontdekken, dat zich daaronder enkele bevinden, die in
plaats van samengestelde bladeren te hebben, zooals de oude esch, slechts enkelvoudige

(fig. 92?) voortbrengen. Worden zij
een paar jaar ouder, dan ziet men
er behalve de oorspronkelijke, an-
dere ook enkelvoudige bladeren aan
ontstaan waarvan echter de blad-
steel veel dikker en stijver, en
door eene geleding in tweeën ge-
deeld is (fig. 9C). Het blad toont
dus eene neiging om in een samen-
gesteld blad over te gaan en breekt
dan ook tegen het najaar van den
bladsteel af; het valt dus feitelijk
reeds in tweeën. Eindelijk vertoo-
nen er zich duidelijk samengestelde
bladeren aan (fig. 9 D), uit een groot
eindblad en twee zijbladeren be-
staande , die alle met geledingen
aan den algemeenen bladsteel zit-



ten. Men heeft dus hier met recht den meest gewenschten overgang van het samengestelde
op het enkelvoudige blad bij eene zelfde plantensoort. — Wij herinneren hier voor twijfelachtige
gevallen aan het kenmerkend onderscheid tusschen een enkelvoudig en een samengesteld
blad : bij het laatste kunnen de afzonderlijke blaadjes van den algemeenen bladsteel worden
afgeplukt, zonder dat eenig gedeelte der bladschijf wordt gescheurd, terwijl dit bij het enkel-
voudig blad, hoe. diep de bladschijf ook moge zijn ingesneden, niet mogelijk is. Wanneer men
dezen regel goed in ’t oog houdt, zal men zich niet gemakkelijk vergissen, zelfs niet bij bla-
deren, die, zooals van den akant; van de stinkende gouwe (C/ielidonium majïis'), enz., schijn-
baar een samengesteld blad hebben. Ten overvloede zullen de geledingen, waarmede de onder-
deden van het samengestelde blad aan den algemeenen bladsteel bevestigd zijn en die zich steeds,
even als aan het dierlijk lichaam, door eene min of meer knobbelige verdikking kenmerken, het
samengestelde blad gemakkelijk van het enkelvoudige blad doen onderscheiden.
Wil men zich eene aanschouwelijke voorstelling verschaffen van den geleidelijken overgang
der bladvormen, zonder dat dit, in den zomer ten minste, veel moeite vëreischt, dan plukke
 
Annotationen