DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0102
— 93
Daar het aantal soorten zeer aanzienlijk is, heeft men bij overeenkomst die soorten on-
derling vereenigd, welke het meest op elkaar gelijken, en op die wijze groepen van planten vast-
gesteld, waarvan de gemeenschappelijke hoedanigheden minder talrijk zijn, dan die van de soort;
deze groepen noemt men geslachten. Zoo vormt de gewone woudaardbezie (Fragaria vesca) eene
soort; maar er zijn andere soorten van aardbeziën, zooals de tuinaardbezie (Fragaria elatior), de
heuvelaardbezie (F. collina}, enz. Al deze soorten behooren tot een zelfde geslacht, het geslacht
„aardbezie” (Fragaria). — TAe. omtrent de Lat. benaming, pag. 68.
De geslachten op hunne beurt, met de soorten welke zij insluiten, zijn weder in omvangrijker
groepen vereenigd, familien genaamd. Eene zelfde familie omvat de geslachten , die het meest
onderling op elkaar gelijken. Zoo behoort het geslacht aardbezie, met de geslachten roos
(Rosa), braambes en framboos (Kubus), enz. tot de familie der Rosaceae of Roosachtigen.
De plantenfamiliën zelve zijn weder in hoogere groepen samengebracht, die men klassen
noemt, welke als vertakkingen vereenigd zijn. Het gezamenlijke der vertakkingen vormt het
p lant enrij k.
De voornaamste plantengroepen.
Hierboven is er op gewezen, dat men bij de planten, die bloemen dragen, altijd kan onder-
scheiden de drie deelen van de plant, n.1. stengel, blad en wortel. Al de planten , welke deze drie
deelen van de plant en tevens bloemen hebben, vormen eenen eersten tak, dien der phaneroga-
tn e n of zichtbaar bloeiende planten. Als voorbeeld van phanerogamen kan men noemen, den
den, de lelie, de boon, enz.
Onder de planten zonder bloemen zijn er,
welke evenals de phanerogamen, stengel, blad
en wortel hebben. Zoo heeft eene varen deze
drie plantendeelen; maar deze plant brengt geene
bijzondere bladeren bijeen aan het uiteinde der
takken om bloemen te vormen, en brengt ook
geen zaad voort, evenals de phanerogamen. Daar
nu al deze cryptogamen, welke van wortels voor-
zien zijn, meer of minder volkomen vaatbundels
Daar het aantal soorten zeer aanzienlijk is, heeft men bij overeenkomst die soorten on-
derling vereenigd, welke het meest op elkaar gelijken, en op die wijze groepen van planten vast-
gesteld, waarvan de gemeenschappelijke hoedanigheden minder talrijk zijn, dan die van de soort;
deze groepen noemt men geslachten. Zoo vormt de gewone woudaardbezie (Fragaria vesca) eene
soort; maar er zijn andere soorten van aardbeziën, zooals de tuinaardbezie (Fragaria elatior), de
heuvelaardbezie (F. collina}, enz. Al deze soorten behooren tot een zelfde geslacht, het geslacht
„aardbezie” (Fragaria). — TAe. omtrent de Lat. benaming, pag. 68.
De geslachten op hunne beurt, met de soorten welke zij insluiten, zijn weder in omvangrijker
groepen vereenigd, familien genaamd. Eene zelfde familie omvat de geslachten , die het meest
onderling op elkaar gelijken. Zoo behoort het geslacht aardbezie, met de geslachten roos
(Rosa), braambes en framboos (Kubus), enz. tot de familie der Rosaceae of Roosachtigen.
De plantenfamiliën zelve zijn weder in hoogere groepen samengebracht, die men klassen
noemt, welke als vertakkingen vereenigd zijn. Het gezamenlijke der vertakkingen vormt het
p lant enrij k.
De voornaamste plantengroepen.
Hierboven is er op gewezen, dat men bij de planten, die bloemen dragen, altijd kan onder-
scheiden de drie deelen van de plant, n.1. stengel, blad en wortel. Al de planten , welke deze drie
deelen van de plant en tevens bloemen hebben, vormen eenen eersten tak, dien der phaneroga-
tn e n of zichtbaar bloeiende planten. Als voorbeeld van phanerogamen kan men noemen, den
den, de lelie, de boon, enz.
Onder de planten zonder bloemen zijn er,
welke evenals de phanerogamen, stengel, blad
en wortel hebben. Zoo heeft eene varen deze
drie plantendeelen; maar deze plant brengt geene
bijzondere bladeren bijeen aan het uiteinde der
takken om bloemen te vormen, en brengt ook
geen zaad voort, evenals de phanerogamen. Daar
nu al deze cryptogamen, welke van wortels voor-
zien zijn, meer of minder volkomen vaatbundels