Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Holwerda, Jan H.
Hellas en Rome: grieksche en romeinsche archaeologie — Leiden, 1900

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.13850#0301
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
V. TERRACOTTA'S.

§ 341. Naast de groote beeldhouwkunst heeft er in Grie-
kenland gedurende de geheele oudheid een kleinere boet-
seerkunst bestaan, welke met klei werkte, die dan in den
oven hard gebakken werd.

Het spreekt van zelf, dat de besfcudeering van dergelijk
klein terracottawerk eigenaardige moeielijkheden oj^levert;
een juiste classificeering en dateering dezer kunstproducten
is zeer lastig. Immers in de eerste plaats heeft het onder-
scheiden van stijleigenaardigheden enz. bij zulke kleine
figuurtjes zijn groote bezwaren en verder is het zeer waar-
schijnlijk dat koroplasten (kleivormers) van lateren tijd een-
voudig hun modellen aan veel vroegere perioden hebben
ontleend.

Al geeft met zelden de aard der gebruikte klei, of de
stijl der figuurtjes zelf, zekere punten ter determinatie aan
de hand, toch is men in de kennis dezer terracotta's niet
zoo ver gevorderd, als in die van andere kunsttakken en
zullen we ons dus ook in onze volgende behandeling tot
eenige hoofdzaken moeten beperken.

§ 342. Reeds uit den Mykeenschen tijd zijn verschillendc
kleine terracottafiguurtjcs tot ons gekomen, de reeds ver-
 
Annotationen