Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Holwerda, Jan H.
Hellas en Rome: grieksche en romeinsche archaeologie — Leiden, 1900

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.13850#0312
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
VII. STEENSNIJKUNST.

§ 356. Reeds zeer vroeg is deze kunst uit Egypte en Ba-
bylonia den Grieken bekend geworden. In edelsteenen van
allerlei soort, of ook wel in een namaak in glas van zulke
steenen werden figuren en ornamenten met scherpe instru-
menten en boren ingesneden; het verdere oppervlak van
den steen werd glad gepolijst.

Naar gelang van de wijze waarop de figuren in den steen
zijn aangebracht, onderscheidt men twee soorten van ge-
sneden steenen: intaglio's, bij welke de figuren eenvoudig
in den steen zijn uitgehold en cameo's, waar de omtrek
der figuren is weggesneden, zoodat deze dus in relief
optreden.

§ 357. Vooral bij deze laatsten heeft men niet zelden ge-
bruik gemaakt van een eigenscbap van sommige edelsteen-
soorten, dat zij n.L uit eenige versclnllend gekleurde lagen
bestaan. Naarmate men dus dieper of minder diep in den
steen insneed, bad men een lichter of donkerder gekleurde
laag en door hiervan bij bet aanbrengen der figuren partij
 
Annotationen