Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Holwerda, Jan H.
Hellas en Rome: grieksche en romeinsche archaeologie — Leiden, 1900

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.13850#0009
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
TOOEEEDE.

In do ou.de wereld zal wel ieder, die niet godaehteloos in hot heden
wil voortleven, belang nioeten stellen. Eeu hoog ontwikkelde beschaving
van duizenden jaron, waarin de onze wortelt, hoe zouden wij daaromtrent
onversohillig kunnen zjjn? Natuurhjk berust onze kennis der oudheid
in de eei-ste plaats op de schriftelijke overlevering, doob rui'nen en ovor-
blijfsolen van kunstwerken geven ons van die oude wereld eerst eene
levendige aanschouwing, en de antieke kunst staat als volkomen gelijk-
gereohtigd nevens de antieke letterkunde.

Hot gymnasiaal onderriebt kan niet buiten datgene, wat de monu-
menten ons leeren. Dat heeft men in het buitenland reeds lang inge-
zien; ook bij ons gaat men bet meer en meer begrijpen. Nu zou
hot zeer onverstandig wezen weer een nieuw leervak in te voeron.
Do opvatting, dat er in eene school niets mag worden verteld, of er
moeten lessen voor geleerd en examens over afgenomen worden. heeft
wel veld gewonnen, doch vele onzer dooenten zjjn er zeer zeker te good
voor. De behandeling der auteurs moet op de gymnasia do hoofdzaak
blijven. Maar zoowel daarbij als bij het bespreken der oude gesohiedenis
zal men onopboudelijk gelegenheid vinden iets omtrent het leven en de
 
Annotationen