Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Houbraken, Arnold; Houbraken, Arnold [Hrsg.]
De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen: waar van 'er veele met hunne beeltenissen ten tooneel verschynen, en hun levensgedrag en konstwerken beschreven worden ; zynde een vervolg op Het schilderboek van K. v. Mander (Band 1): T welk zyn aanvang neemt met het jaar 1466, en vervolgt met die Konstschilders, welker geboorte in dien tusschentyd tot het jaar 1613 vvoorgevallen is — Gravenhage, 1753

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.44223#0013
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Aan de

BEMINNAARS
Van de

SCHILDERKONST, KONST-
OEFFENAARS en LEERLINGEN.
Mecenaten van de Kunft,
Konftaankwekers door wier gunft
Kunft en Konftenaren leven:
Koefteraars van dezen fchat.
Die een dierbaar goet bevat
Dat die oeffening komt geven.
Daar zy levend in ’t verftant,
’t Recht begryp der dingen plant;
Vond uw Konftgenegen oog,
Als het wikte, of als het woog,
In een Konftwerk naar de Reden
Vergenoegen; daar’t penceel
Met Natuur ftryt op ’t Tafreel,
En des Hemels wonderheden
In de Schepfelen verfpreit.
Ziet door ’t Konftpenceel verbreit;
Gy hebt meerder reden thans,
Nu dit werd des nyv’ren Mans
U een oegft van Tafereelen ,
Daar des makers geeft in fpeelc
Door zyn pen aan u verheelt;
Om uw zucht hier door te ftreelen,
Daar een yder voort gebracht
Staat te pronk in volle kracht.
* 3 KqnstE’
Bildbeschreibung
Für diese Seite sind hier keine Informationen vorhanden.

Spalte temporär ausblenden
 
Annotationen