Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Houbraken, Arnold; Houbraken, Arnold [Hrsg.]
De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen: waar van 'er veele met hunne beeltenissen ten tooneel verschynen, en hun levensgedrag en konstwerken beschreven worden ; zynde een vervolg op Het schilderboek van K. v. Mander (Band 1): T welk zyn aanvang neemt met het jaar 1466, en vervolgt met die Konstschilders, welker geboorte in dien tusschentyd tot het jaar 1613 vvoorgevallen is — Gravenhage, 1753

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.44223#0446
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
wanneer de zelve aan een
onderaardfche Godheid ge-
offert werd. ioo
Een zwyn wierd aan Venus op
de Bruiloften om de voort-
teelinge te begunftigen , aan
Ceres om dat zy de akkers
niet omvroeten zouden ge-
offert, een zogende Bigge
aan de Grensgod Terminus,
en aan Jupiter een zwyn,
fchaap en ltier, alle vyfja-
ren. 109. 110
Aan de Tuingod Priapus
wierd jaarlyks een Ezel, en
de ingewanden aan Vefta
geoffert. 110
Menfchflachting op de Feeft-
dag van Saturnus, ontfpro-
ten uit misduiding van het
Orakel. item.
Aan Eachus, wierd een Ram
of Bok geoffert, en de rede
waarom. 111
Alle de gereedfchappen
Slachtbyl, Meffen, Schote-
len , Kroezen, Wierookkan-
dclaar , de Kiekenkevie ,
Wichelftaf, Altaar en T em-
pelcierfelen, en wat voorts
tot den toeftel der Heiden-
fche offerhande behoorde ,
befchreven en in print ver-
toont. 104. &c.
De Feefldagen van Mars en
Venus wierden van de man-
nen in vrouwen gewaat, en
van de vrouwen in mannen
kleederen geviert. 305
en de reden waarom. 30Ó
Menigerhande verbeeldingen
van Jupiter, Venus, Diana,
Mercurius enz. aangewezen.
307. 308. 309. 310
Fabel van Pan en Seringa ver-
klaart. 157
Wie Pomona , Vertumnus 80
Amarillis, Andromtda en

Faëton was 206. zyn val in
vaerzen afgefchetft door J.v
Vondel, en L. Rotgans. 107
Dryvoetfchragen; wat ge-
bruik de zelve hadden, haar
gedaanten aangewezen op
een penning van Vitellius,
Antoninus en M. Lepidus.
M3
Altaar van Hoornen door
Apollo te Dedos gebout,
geeltig op de mannen toe-
gepaft. 108
’t Kleederfcheuren by de oude
Hebreen in gebruik. Om
welke rede, en op waton-
1 derfcheiden weizen ’t zelve
gefchieden, aangetoont 101
Oudtydfe wyze vanDooden
begraven zoo by Joden als
Heidenen, nevens de ver-
fchelige omzwachtelingen
der Lyken, uit oude beftem-
pelingen betoogt, en door
een printverbeelding ver-
toont 189.190. t9r. 191
Aanwyzing der misflagen be-
gaan in’t verbeelden van het
Kruis van Chriftus. 193.194.
En .in de wyze van het zelve
te dragen. 196
Dat ook de Booswichten die
met Chriftus gekruift wier-
den , ook een opfchrift der
befchuldinge boven hun
hooft gehad hebben , be-
toogt. 197
Bericht ontrent de gedaanten
der Graflieden. 199. 100
De herkom!! der Graffchrif-
ten, en tot wat einden de
zelve in gebruik zyn geko-
men ,aangewezen. 200.201
Aan de vinding van’t Heilig
Kruis door Helena weinig
geloof toegefchreven. 279
ook liet verhaal van Longi-
nu3.
Bildbeschreibung
Für diese Seite sind hier keine Informationen vorhanden.

Spalte temporär ausblenden
 
Annotationen