DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.63251#0023
HAR.
17
ook in het schilderen van binnenhuizen, waaronder eenige van geschiedkundigen aard
uit de 16de en 17de eeuw. Sedert 1810 nam hij den post van Secretaris waar bij do
Haagsche Teeken-Academie, en werd in 1839 aangesteld als medelid en Secretaris van
den Raad van Bestuur derzelfde Academie, en in 1835 verkozen tot lid van de Ko-
ninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Na het schilderen in miniatuur
van de portretten der Prinsen Willem, Alexander en Hendrik en de Prinses Sophia,
werd hem door Hare Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid de Prinses van Oranje (thans
Koningin der Nederlanden) de titel van Hoogstderzelver portretschilder verleend. In het
jaar 1794 ontving de Heer Hari, als leerling bij de Haagsche Teeken-Academie, den
eersten prijs, bestaande in eene gouden medaille, uit handen van Zijne Hoogheid Prins
Willem V. Gedurende een tijdvak van 31 jaren heeft hij niet minder dan omtrent 1200
stuks portretten vervaardigd. Hieruit kan dan ook de reden -worden afgeleid, waarom
zoo weinige kunstwerken van hem bij de liefhebbers bekend zijn, ofschoon men op ver-
scheiden tentoonstellingen gelegenheid heeft gehad ’s mans schilderijen te beschouwen.
Op de verkooping van Verbruggen te ’s Hage werd een Binnenhuis door den Heer Hari,
voor ƒ 385.00 verkocht. Zijn zoon, Johannes Hari Jr., geboren te ’s Hage in 1807,
schildert stadsgezigten en portretten en vervaardigt tcekeningen in potlood. In het Ko-
ninklijk Museum op het Paveljoen bij Haarlem, vindt men van den Heer Hari, den vader,
2 schilderijen, binnenvertrekken voorstellende.
HARING (Daniël) was een Hagenaar, die omtrent het jaar 1636 geboren werd. In
1685 trad hij in de Haagsche broederschap, was verscheiden malen hoofdman van de
Kunstkamer en bestuurder van de Academie. Hij heeft vele portretten geschilderd, waarin
hij den stijl van Gaspard Netscher poogde na te bootsen; doch zijnen meesten tijd
besteedde hij aan het geven van onderwijs in de teekenkunst aan jonge lieden uit den
aanzienlijken stand. Hij is in 1706 in zijne geboorteplaats overleden.
HARINGS (Mathijs) werd omtrent het jaar 1636 te Leeuwarden geboren. Hij schil-
derde portretten met een malsch penseel en was bijzonder gelukkig in het tressen der
gelijkenissen.
HARL1NG (Daniël) was een Hagenaar van geboorte en kwam omstreeks het jaar 1636
ter wereld. Hij legde zich bijzonder op het portretschilderen toe en bragt het tot eene
aanzienlijke hoogte in dat vak, hebbende zijne portretten veel overeenkomst met die van
Netscher. Hij is in 1706 te ’s Hage overleden.
HARLINGEN (Pieter van). Zie FEDDES.
HARP (van), een Hollandsche kunstenaar uit het midden der 17de eeuw, schilderde
naakte beeldjes en kinderen, ook Ceres- en Bacchusfeesten. Men vindt aangeteekend dat
hij zijne ordonnanties menigmaal uit prenten zamenstelde.
HARP (van). Zie VAN HERP.
HARREWIJN (Franciscus) is een teekenaar en graveur geweest, die in 1680 te
Brussel geboren werd. Hij was een leerling van Romein de Hooge, en heeft verschillende
etsen, zoo naar zijne eigen teekeningen, als naar Rubens en andere Vlaamschc meesters,
gemaakt.
HAPtT (Abraham van der) was een architect, die sedert 1777 den post van Direc-
teur over de stadswerken en gebouwen te Amsterdam met lof bekleed heest. Onder de
door hem aldaar tot stand gebragte werken behoort het Vrijwillige Werkhuis. Ook is hij
ten dienste van bijzondere personen, zoo daar ter stede als elders, in zijn vak werkzaam
geweest. Hij was lid van het Koninklijk Ncderlandsch Instituut. Aan zijne teekening voor
het te Soestdijk op te rigten gedenkteeken van Neêrlands dapperheid, te Quatre-bras aan
den dag gelegd, was de eer der bekrooning te beurt gevallen. Hij stiers te A msterdam
den 7 Februarij 1820, oud omtrent 73 jaren.
*HART (Laurent Joseph) stempelsnijder te Brussel, kwam in November 1810 te
Antwerpen ter wereld. Pieeds op twaalfjarigen leeftijd werd hij aan de Academie aldaar
H. 3
17
ook in het schilderen van binnenhuizen, waaronder eenige van geschiedkundigen aard
uit de 16de en 17de eeuw. Sedert 1810 nam hij den post van Secretaris waar bij do
Haagsche Teeken-Academie, en werd in 1839 aangesteld als medelid en Secretaris van
den Raad van Bestuur derzelfde Academie, en in 1835 verkozen tot lid van de Ko-
ninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Na het schilderen in miniatuur
van de portretten der Prinsen Willem, Alexander en Hendrik en de Prinses Sophia,
werd hem door Hare Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid de Prinses van Oranje (thans
Koningin der Nederlanden) de titel van Hoogstderzelver portretschilder verleend. In het
jaar 1794 ontving de Heer Hari, als leerling bij de Haagsche Teeken-Academie, den
eersten prijs, bestaande in eene gouden medaille, uit handen van Zijne Hoogheid Prins
Willem V. Gedurende een tijdvak van 31 jaren heeft hij niet minder dan omtrent 1200
stuks portretten vervaardigd. Hieruit kan dan ook de reden -worden afgeleid, waarom
zoo weinige kunstwerken van hem bij de liefhebbers bekend zijn, ofschoon men op ver-
scheiden tentoonstellingen gelegenheid heeft gehad ’s mans schilderijen te beschouwen.
Op de verkooping van Verbruggen te ’s Hage werd een Binnenhuis door den Heer Hari,
voor ƒ 385.00 verkocht. Zijn zoon, Johannes Hari Jr., geboren te ’s Hage in 1807,
schildert stadsgezigten en portretten en vervaardigt tcekeningen in potlood. In het Ko-
ninklijk Museum op het Paveljoen bij Haarlem, vindt men van den Heer Hari, den vader,
2 schilderijen, binnenvertrekken voorstellende.
HARING (Daniël) was een Hagenaar, die omtrent het jaar 1636 geboren werd. In
1685 trad hij in de Haagsche broederschap, was verscheiden malen hoofdman van de
Kunstkamer en bestuurder van de Academie. Hij heeft vele portretten geschilderd, waarin
hij den stijl van Gaspard Netscher poogde na te bootsen; doch zijnen meesten tijd
besteedde hij aan het geven van onderwijs in de teekenkunst aan jonge lieden uit den
aanzienlijken stand. Hij is in 1706 in zijne geboorteplaats overleden.
HARINGS (Mathijs) werd omtrent het jaar 1636 te Leeuwarden geboren. Hij schil-
derde portretten met een malsch penseel en was bijzonder gelukkig in het tressen der
gelijkenissen.
HARL1NG (Daniël) was een Hagenaar van geboorte en kwam omstreeks het jaar 1636
ter wereld. Hij legde zich bijzonder op het portretschilderen toe en bragt het tot eene
aanzienlijke hoogte in dat vak, hebbende zijne portretten veel overeenkomst met die van
Netscher. Hij is in 1706 te ’s Hage overleden.
HARLINGEN (Pieter van). Zie FEDDES.
HARP (van), een Hollandsche kunstenaar uit het midden der 17de eeuw, schilderde
naakte beeldjes en kinderen, ook Ceres- en Bacchusfeesten. Men vindt aangeteekend dat
hij zijne ordonnanties menigmaal uit prenten zamenstelde.
HARP (van). Zie VAN HERP.
HARREWIJN (Franciscus) is een teekenaar en graveur geweest, die in 1680 te
Brussel geboren werd. Hij was een leerling van Romein de Hooge, en heeft verschillende
etsen, zoo naar zijne eigen teekeningen, als naar Rubens en andere Vlaamschc meesters,
gemaakt.
HAPtT (Abraham van der) was een architect, die sedert 1777 den post van Direc-
teur over de stadswerken en gebouwen te Amsterdam met lof bekleed heest. Onder de
door hem aldaar tot stand gebragte werken behoort het Vrijwillige Werkhuis. Ook is hij
ten dienste van bijzondere personen, zoo daar ter stede als elders, in zijn vak werkzaam
geweest. Hij was lid van het Koninklijk Ncderlandsch Instituut. Aan zijne teekening voor
het te Soestdijk op te rigten gedenkteeken van Neêrlands dapperheid, te Quatre-bras aan
den dag gelegd, was de eer der bekrooning te beurt gevallen. Hij stiers te A msterdam
den 7 Februarij 1820, oud omtrent 73 jaren.
*HART (Laurent Joseph) stempelsnijder te Brussel, kwam in November 1810 te
Antwerpen ter wereld. Pieeds op twaalfjarigen leeftijd werd hij aan de Academie aldaar
H. 3