Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Bearb.]; Vaillant, Isaac [Bearb.]; Gosse, Pierre [Bearb.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Bearb.]; Hondt, Pieter de [Bearb.]: Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) (In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726)

62
1609.

NEDER LANDSCHE


Zyn geharnast borstbeeld , versierd met eenen platten kraag, staat op de voorzyde; wier rand
omzoomd is met deeze tytelcn :

JOHannes, Dei Gratia COmes PALatinus RHeni, ELecto-

RATUS PALatini Tutor ET Administrator;
Dux BAVarize ETC:

JOHAN, DOOR
POOGD EN

GODS GENADE PALTSGRAAF AAN DEN RYN,
BEWINDSMAN DES KEURPORSTENDOMS

PAN DE PALTS-, HERTOG PAN BETERE ENZ:

(1) 1. Deel
Jol. 438.
(2) Merc.
Frang.
1610.
tome II.
P^g.34.
versa.
(3) Meter.
Ned. Hist.
fol.637.
vorso.

(4) Souve-
rains du
Monde,
tome 1.
pag. 312.
(5) I. Bries
van Petrus
kap. I.
fofr
Jesai.kap.
XL.y.8.

Want Frederik de IV. van wiens huuwelyk met de Dochter van Prins Willem van Oranje wy
(i) hiervoor hebben gesproken, in 't laatste van Hersstmaand des volgenden jaars komende te over-
lyden, heeft deezen zynen Neef by uytersten wille tot Voogd (2) over zyne minderjaarige Kin-
deren , en Bewindsman zyner achtergelaatene Staaten aangesteld. En dewyl dees den zesen-
twintigften (;) van Lentemaand des jaars vyftienhonderdvierentachtig gebooren was, zoo staat te
recht op zyn geknot schouderstuk:
TETatis 26.

IN ZTNS OUDERDOMS ZESENTWINTIGSTE JAAR.

Op de tegenzyde staat zyn gehelmd wapensehild in vieren gedeeld, zynde het eerste en vier-
de deel een gouden Leeuw op een zwart veld, wegens de Palts; het tweede en derde blaauwe
en witte ruyten, wegens Beyere; en hebbende (4) tot opperschild eenen blaauwen Leeuw op
cen wit veld, wegens Tweebruggen. In den rand staat deeze Profeetsche (y) spreuk van den A-
postel:
VERBUM DOMINI MANET IN &TERNUM. ANNO 1610.
HET WOORD DES HEEREN BLTFT IN EEUWIGHETD.
IN 'T JAAR 1610.

Op geen onvastere gronden meende ook
Philips Lodewyk, Paltsgraaf van Nieuburg
tot de achtergelaatene Staaten van den over-
leeden gerechtigd te weezen, uyt hoofde
dat hy met Prinsesse Anna Magdalena ,
tweede Zuster van den laatstenVorst den ze-

(6) Meter, venentwintigsten van (6) Hersstmaand des
Ned. Hist. jaars vyftienhonderdvierenzeventig ge-

foi.637.
verso.

(71 Merc.
Frang.
1609.
tome I.
pag. 389.

trouwd was, by welke hy onder anderen
eenen Zoon Wolfgang Willem geteeld had.
Den twaalfden van Grasmaand gafhy des-
wegen eene wydluchtige verklaaring (7)in
't licht; by welke hy tegens het huys van
Brandenburg zich van den zelfden gunst-
brief door Keyzer Karel verleend, evenals
de Markgraaf van Burgouw en de Hertog
van Tweebrugge, bediende. Doch om
de zelve insgelyks uyt te ssuyten beweerde

hy dat 'er geene verdeeling, zooals zy
voorwendden, onder des overleedens Zus-
ters plaats had, maar dat alle de naagelaa-
tene Staaten op zyne Gemaalin, als deoud-
ste der drie nog in leeven zynde Zusteren,
temeer mids de twee jongste ten voordeele
van de oudste by 't aangaan van haare huu-
welyken afstand gedaan hadden, moesten
vervallen. Want ofwel in den gemelden
gunstbrief alle Dochters tot de naalaaten-
fchap wierden geroepen, hieldt hy echter
staande dat dit niet van alle tegelyk, maar
van de eene naa de andere, en naar den rang
van ieders ouderdom, volgens de gedaane
asstanden moest verstaan worden. Het
welke nog klaarer bleek uyt de bevesti- ® Merc.
ginge doorKeyzer Ferdinand (8) in't jaar róo^f
vyftienhonderdnegenenvyftig op de eerste tome I.
gunst. pa' 39°°