HISTORIPENNINGE N.
/. Boek.
101
twaalfhonderd guldens, en de stad Mont-
foort by willige gifte der burgeren achten-
twintighonderd guldens gegeeven hebben.
Het overige opgenomen achterweezen is
gevonden door 't leggen eener vierjaarige
belastinge van vyf stuyvers op ieder mer-
gen van de geërfden der landen onder
Montfoort en Lynschoote gelegen; volgens
derStaaten volman door de(i)Staaten des Lands van
van Uytr. Uytrecht daar toe wel uytdrukkelyk ver-
rói,' °'eend: vermids het redelyk was dat de op-
gezeetenen des platten lands in de gemaak-
te kosten ook hun aandeel droegen ; dewyl
zy zoowel als de inwoonders van Mont-
foort en Lynschoote het gebruyk deezer
gracht en den weg geopend hadden , om
aldus langs Wulverhorst, zoo boven als >617.
beneden Woerde, gemeenschap met den -
Ryn te hebben. Ter gedachtenis van dit
begonnen werk is de volgende gedenkpen-
ning gemaakt, waarmede die genen, wel-
keopzigt over het graaven dier vaarte ge-
had, en dat werk zoo gelukkiglyk voort-
gezet hebben, van wege de stad Montfoort
in dankbaare erkentenis zyn beschon-
ken. Al het welke my is gebleeken uyt
de aangehaalde bewysstukken , die my
door den Heer Burgermeester Adriaan
Strick , tegenwoordig Heer van Lyn-
schoote, met de uyterste gulhartigheyd
zyn medegedeeld en ter hand gesteld ge-
worden.
Het wapensehild der stad Montfoort, zynde een roode burg op eenen zilveren grond en tu^
schen twee molenyzers, Haat op de voorzyde; binnen dit randschrift:
CIVITAS MONTFORTIA. tdiy.
DE STAD MONTFOORT. 1617.
De rugzyde heeft geene verbeelding, maar voert alleen dit opschrist:
DEUS SECUNDET FLUMEN DUCTUM MONTFORTIA
PER LINISCHOTum AD RHENUM, EJUSQue
FAUTORES.
DAT GOD DE VAART, VAN MONTFOORT DOOR LYNSCHOOTE
TOT AAN DEN RTN GELEID, EN DER ZELVER
BEGUNSTIGERS ZEGENE.
OndertusTchen ontbonden door 't aan-
neemen der Waardgelderen nieuwe geschil-
len: want die van Graaf Maurits beveelen
niet afhangende, droegen dierhalven ook
geenszins zyne lieverey op hunne rokken,
noch zyn wapen , evenals de andere
krygsbenden, in hunne vendels. Waar-
over het gemeene volk ,om te vertoonen
Vii'H'st '° geneegenheyd tot den (2) huyze van
vanHoll.'Oranje, hen met scheldwoorden in 't op-
I.deei, trekken uytjouwde, of met stokken te
p2g.127. keer ging: zulks hierop verscheydene ge-
vechten en doodssaagen volgden. En of-
wel over deeze baldaadigheyd de een en
ander gebannen of op andere wyze gestraft
wierdt, zoo stuytte dit geenszins deeze
stoutheyd, maar verbitterde nog meer de
gemoederen tegens de Remonstranten: te
meer , vermids de aanneeming deezer
Deel.
Waardgelderen niet alleen de gemeente,
maar ook Graave Maurits, ja den Algemee-
ne Staaten zelfs tegens de borst was, als
waanende hun gezag daarmede gekreukt,
mids zy alleenlyk getrouwheyd by eede
aan de byzondere steden beloofd hadden.
De laatstgemelden (3 ) schreeven dierhalven (3) Ne^
aan die steden , welke deeze nieuwe ben- ,anHoiL
den hadden aangenomen: doch geen ant- I.deel,
woord naar wensch krygende, lieten zy P^1^.
tot het beslissen der gereezene Geloofsge-
schillen eene samenkomst van Godsgeleer-
den, tegens den eersten van Bloeimaand
des aanstaanden jaars, afkondigen ; en
gelastten Maurits daarenboven met den 1618.
aanvang des nieuwen jaars met krachtige
middelen de Arminiaansehgezinden te keer der staat.
1 ° j vanHoll.
te gaan, en de nieuwgeworvene W aard- 25 Aug.
gelders (4) weder af te danken. Tot dat 1618. tol.
Cc cynde
/. Boek.
101
twaalfhonderd guldens, en de stad Mont-
foort by willige gifte der burgeren achten-
twintighonderd guldens gegeeven hebben.
Het overige opgenomen achterweezen is
gevonden door 't leggen eener vierjaarige
belastinge van vyf stuyvers op ieder mer-
gen van de geërfden der landen onder
Montfoort en Lynschoote gelegen; volgens
derStaaten volman door de(i)Staaten des Lands van
van Uytr. Uytrecht daar toe wel uytdrukkelyk ver-
rói,' °'eend: vermids het redelyk was dat de op-
gezeetenen des platten lands in de gemaak-
te kosten ook hun aandeel droegen ; dewyl
zy zoowel als de inwoonders van Mont-
foort en Lynschoote het gebruyk deezer
gracht en den weg geopend hadden , om
aldus langs Wulverhorst, zoo boven als >617.
beneden Woerde, gemeenschap met den -
Ryn te hebben. Ter gedachtenis van dit
begonnen werk is de volgende gedenkpen-
ning gemaakt, waarmede die genen, wel-
keopzigt over het graaven dier vaarte ge-
had, en dat werk zoo gelukkiglyk voort-
gezet hebben, van wege de stad Montfoort
in dankbaare erkentenis zyn beschon-
ken. Al het welke my is gebleeken uyt
de aangehaalde bewysstukken , die my
door den Heer Burgermeester Adriaan
Strick , tegenwoordig Heer van Lyn-
schoote, met de uyterste gulhartigheyd
zyn medegedeeld en ter hand gesteld ge-
worden.
Het wapensehild der stad Montfoort, zynde een roode burg op eenen zilveren grond en tu^
schen twee molenyzers, Haat op de voorzyde; binnen dit randschrift:
CIVITAS MONTFORTIA. tdiy.
DE STAD MONTFOORT. 1617.
De rugzyde heeft geene verbeelding, maar voert alleen dit opschrist:
DEUS SECUNDET FLUMEN DUCTUM MONTFORTIA
PER LINISCHOTum AD RHENUM, EJUSQue
FAUTORES.
DAT GOD DE VAART, VAN MONTFOORT DOOR LYNSCHOOTE
TOT AAN DEN RTN GELEID, EN DER ZELVER
BEGUNSTIGERS ZEGENE.
OndertusTchen ontbonden door 't aan-
neemen der Waardgelderen nieuwe geschil-
len: want die van Graaf Maurits beveelen
niet afhangende, droegen dierhalven ook
geenszins zyne lieverey op hunne rokken,
noch zyn wapen , evenals de andere
krygsbenden, in hunne vendels. Waar-
over het gemeene volk ,om te vertoonen
Vii'H'st '° geneegenheyd tot den (2) huyze van
vanHoll.'Oranje, hen met scheldwoorden in 't op-
I.deei, trekken uytjouwde, of met stokken te
p2g.127. keer ging: zulks hierop verscheydene ge-
vechten en doodssaagen volgden. En of-
wel over deeze baldaadigheyd de een en
ander gebannen of op andere wyze gestraft
wierdt, zoo stuytte dit geenszins deeze
stoutheyd, maar verbitterde nog meer de
gemoederen tegens de Remonstranten: te
meer , vermids de aanneeming deezer
Deel.
Waardgelderen niet alleen de gemeente,
maar ook Graave Maurits, ja den Algemee-
ne Staaten zelfs tegens de borst was, als
waanende hun gezag daarmede gekreukt,
mids zy alleenlyk getrouwheyd by eede
aan de byzondere steden beloofd hadden.
De laatstgemelden (3 ) schreeven dierhalven (3) Ne^
aan die steden , welke deeze nieuwe ben- ,anHoiL
den hadden aangenomen: doch geen ant- I.deel,
woord naar wensch krygende, lieten zy P^1^.
tot het beslissen der gereezene Geloofsge-
schillen eene samenkomst van Godsgeleer-
den, tegens den eersten van Bloeimaand
des aanstaanden jaars, afkondigen ; en
gelastten Maurits daarenboven met den 1618.
aanvang des nieuwen jaars met krachtige
middelen de Arminiaansehgezinden te keer der staat.
1 ° j vanHoll.
te gaan, en de nieuwgeworvene W aard- 25 Aug.
gelders (4) weder af te danken. Tot dat 1618. tol.
Cc cynde