HISTORIPENNINGEN. I.Bqek.
voerde. Zy leverden, naa gedaane aan-
tuyging tegens de onwettigheyd dier Ver-
gaderinge in de eenendertigde zitting den
dertienden van Wintermaand een verdee-
digschrift van hun gevoelen over, aan-
gaande het eerste der vyf in geschil zynde
punten ; den zeventienden daaraanvolgen-
den in de vierendertigste zitting wegens de
vier overigen een tweede, en sedert nog ver-
scheydene anderen, zoo over de Neder-
landsche Geloofsbelydenis als tot ophel-
dering der vyfin gelchil zynde hoofdpun-
1619. ten. Om de herhaalde aantuyging van
onwettigheyd tegens te gaan, beveiligden
de Algemeene Staaten, op den eersten
dag des jaars zestienhonderdnegentien,
dentotnogtoe gehouden handel der Dort-
sche Vergaaderinge door een bessuyt, en
met last aan de Remonstranten van zich
haare beveelen te onderwerpen. Naderhand,
den achttienden van Louwmaand, wierden,
mids zy onverzettelykhunnegeloofsstellin-
gen bleeven aankleeven, zoo wel de Uyt-
rechtsche RemonstrantscheLeden, die in
den beginne ook plaats in de Vergadering
gehad, doch in de vyfentwintigste zitting
zich by de Gedaagden gevoegd hadden, als
de laatstgemelden , door een tweede bevel
daaruyt weggezonden : zulks in 't afwee-
zen der Gedaagden hunne schriften onder-
zocht, de zin der zelve uytgelegd ,
en hen nog veertien dagen vergund
wierden, om, zoo zy nog iet t'hunner
verweeringe hadden , dat te moogen 1619.
inbrengen. Staande dees vergunde tyd —
stelde zy zulk een uytgestrekt verweer-
schrift op, dat het den sterksten man on-
moogelyk was,het alleen te konnen draa-
gen. Deeze inlevering zynde gefchied,
hield de vergadering zich bezig in 't ont-
werpen van negenenvyftig grondregels over
de vyf betwiste hoofdpunten, die aange-
nomen, en van vierendertig, die verwor-
pen moesten worden: in welke men het
rechte gevoelen trachtte te bepaalcn ,
en van het valsche te onderschey-
den. Dit volbragt zynde volgde de
volslaage veroordcelino ;van de Armini-
aansche stellingen : welke , gelyk ook de
opgestelde en ondertekende grondregels,
door de Algemeene Staaten wierdt (1) be-
krachtigd, en den zesden van Bloeimaand
in de groote kerk afgekondigd. Aldus
nam de Dordrechtlche Kerkvergadering
een eynde, en toogen de beschreevene
Leeraars en andere Leden weder naar huys;
naadat (2) ieder der uytheemfche Godsge-
leerden door de Staatlche Gemagtigden be-
dankt en met deezen gouden (3) ge-
denkpenning en eene keten , op last der
(4) Staaten gemaakt en te samen twee-
honderd guldens waardig , was vereerd
geworden : gelyk ook het zelfde ge-
schenk weynig (5) tyds daarnaa aan
alle de Gemagtigde Raaden zelfs ge-
daan is.
(i) Resol.
derStaaten
van Holl.
3>y
1619. fol.
152.
(2) Brandt
Hist. der
Reform.
III. deel,
pag.614.
(3) Resol.
der Staat,
van Holl.
21 Maart
1619. fol.
77.
(4) Resol.
der Staat,
van Holl.
21 Maart
16.19. fol.
77.
(ghReloT.
derStaaten
van Holl.
31 Dec.
1619. fol.
3%3#
De zaal der vergaderinge en de Leden, zooals ze in de zelve gezeeten hebben, zyn op de
voorzyde afgebeeld; binnen dit randschrift:
ASSERTA RELIGIONE.
DE GODSDIENST VERZEKERD ZYNDE.
Eene kerk, bestraald van een Hemellicht, waarin de naam JEHOVAH, HEERE, ge-
leezen wordt, staat op ccncn hoogen berg, en in 't midden van vier bulderende winden, op de
tegenzyde, onbeweegelyk. Het randschrift is ontleend van (6) den gewyden Harpzangdichter , csiv.
en als een vervolg van dat der voorzyde. Het luydt aldus: fa.
II. Deel.
Dd
ERUNT
voerde. Zy leverden, naa gedaane aan-
tuyging tegens de onwettigheyd dier Ver-
gaderinge in de eenendertigde zitting den
dertienden van Wintermaand een verdee-
digschrift van hun gevoelen over, aan-
gaande het eerste der vyf in geschil zynde
punten ; den zeventienden daaraanvolgen-
den in de vierendertigste zitting wegens de
vier overigen een tweede, en sedert nog ver-
scheydene anderen, zoo over de Neder-
landsche Geloofsbelydenis als tot ophel-
dering der vyfin gelchil zynde hoofdpun-
1619. ten. Om de herhaalde aantuyging van
onwettigheyd tegens te gaan, beveiligden
de Algemeene Staaten, op den eersten
dag des jaars zestienhonderdnegentien,
dentotnogtoe gehouden handel der Dort-
sche Vergaaderinge door een bessuyt, en
met last aan de Remonstranten van zich
haare beveelen te onderwerpen. Naderhand,
den achttienden van Louwmaand, wierden,
mids zy onverzettelykhunnegeloofsstellin-
gen bleeven aankleeven, zoo wel de Uyt-
rechtsche RemonstrantscheLeden, die in
den beginne ook plaats in de Vergadering
gehad, doch in de vyfentwintigste zitting
zich by de Gedaagden gevoegd hadden, als
de laatstgemelden , door een tweede bevel
daaruyt weggezonden : zulks in 't afwee-
zen der Gedaagden hunne schriften onder-
zocht, de zin der zelve uytgelegd ,
en hen nog veertien dagen vergund
wierden, om, zoo zy nog iet t'hunner
verweeringe hadden , dat te moogen 1619.
inbrengen. Staande dees vergunde tyd —
stelde zy zulk een uytgestrekt verweer-
schrift op, dat het den sterksten man on-
moogelyk was,het alleen te konnen draa-
gen. Deeze inlevering zynde gefchied,
hield de vergadering zich bezig in 't ont-
werpen van negenenvyftig grondregels over
de vyf betwiste hoofdpunten, die aange-
nomen, en van vierendertig, die verwor-
pen moesten worden: in welke men het
rechte gevoelen trachtte te bepaalcn ,
en van het valsche te onderschey-
den. Dit volbragt zynde volgde de
volslaage veroordcelino ;van de Armini-
aansche stellingen : welke , gelyk ook de
opgestelde en ondertekende grondregels,
door de Algemeene Staaten wierdt (1) be-
krachtigd, en den zesden van Bloeimaand
in de groote kerk afgekondigd. Aldus
nam de Dordrechtlche Kerkvergadering
een eynde, en toogen de beschreevene
Leeraars en andere Leden weder naar huys;
naadat (2) ieder der uytheemfche Godsge-
leerden door de Staatlche Gemagtigden be-
dankt en met deezen gouden (3) ge-
denkpenning en eene keten , op last der
(4) Staaten gemaakt en te samen twee-
honderd guldens waardig , was vereerd
geworden : gelyk ook het zelfde ge-
schenk weynig (5) tyds daarnaa aan
alle de Gemagtigde Raaden zelfs ge-
daan is.
(i) Resol.
derStaaten
van Holl.
3>y
1619. fol.
152.
(2) Brandt
Hist. der
Reform.
III. deel,
pag.614.
(3) Resol.
der Staat,
van Holl.
21 Maart
1619. fol.
77.
(4) Resol.
der Staat,
van Holl.
21 Maart
16.19. fol.
77.
(ghReloT.
derStaaten
van Holl.
31 Dec.
1619. fol.
3%3#
De zaal der vergaderinge en de Leden, zooals ze in de zelve gezeeten hebben, zyn op de
voorzyde afgebeeld; binnen dit randschrift:
ASSERTA RELIGIONE.
DE GODSDIENST VERZEKERD ZYNDE.
Eene kerk, bestraald van een Hemellicht, waarin de naam JEHOVAH, HEERE, ge-
leezen wordt, staat op ccncn hoogen berg, en in 't midden van vier bulderende winden, op de
tegenzyde, onbeweegelyk. Het randschrift is ontleend van (6) den gewyden Harpzangdichter , csiv.
en als een vervolg van dat der voorzyde. Het luydt aldus: fa.
II. Deel.
Dd
ERUNT