Abraham van Diepenbeeck
777
, Hendrik van Balen. Daarna ontmoeten wij hem nog tweemaal
binnen Antwerpen : eerst op 3i Maart 1661, om de opening
van het testament zijns schoonbroeders, Hendrik van Balen II,
bij te wonen, en vervolgens op 14 November 1663, om de schil-
ders Simon de Vos en Jan de la Barre te doen getuigen, dat hij
aan wijlen Adriaan van Utrecht .twee tafereëlen zond, om te
bemalen met bloemen en vruchten. Het sterfjaar van Theodoor
van Thulden is tot nog toe niet vastgesteld. Hij schijnt om-
streeks 1676 binnen 's Hertogenbosch te zijn overleden.
Alhoewel Abraham van Diepenbeeck op reeds zeer
gevorderden ouderdom in de leer ging bij Rubens, zoo werd
hij toch de meest getrouwe zijner navolgers. Van Diepenbeeck
was meer dan bejaard en reeds een beroemd kunstenaar,
toen hij naar onze Scheldestad kwam. Hij werd geboren in
het huis de Druive in de Hinthemerstraat te 's Hertogenbosch,
en aldaar in Sint Jacobskerk, op 9 Mei 1596, ten doop gehe-
ven. 1 Zijn vader was de vermaarde glasschilder Jan Roelofs-
zone van Diepenbeeck. Hij schonk zijnen zoon niet alleen
het leven, maar vormde hem ook tot eenen beroemden glas-
schilder. Reeds in de lente van 1623 bevond zich Abraham
van Diepenbeeck te Antwerpen, met glasramen, welke hij
voor de nieuwe kerk der Lieve-Vrouwenbroeders schilderde.
Om dit werk in onze stad te mogen voltooien, werd hij ge-
noodzaakt zich bij Antwerpens Sint Lucasgilde aan te
geven. Echter deed hij slechts « sijn proeve ende eedt als
gelaesmaecker. » De dienstdoende Deken, Antoon Goetkint,
1 Het geboortejaar van Abraham van Diepenbeeck was tot nog toe verkeerd opge-
geven. Hij zelf zegt op 16 December 1680 over de zestig j'aren oud te zijn ; doch op
13 Augustus 1665 bekent hij omtrent zeventig jaren te tellen. Deze laatste getuigenis en
des kunstenaars verklaring, dat hij zoon is van den glasschilder Jan Roelofszone van
Diepenbeeck, bracht ons op het spoor van zijnen doopakt, welke onvindbaar scheen,
ofschoon hij nog berust op het stadhuis van 's Hertogenbosch,
777
, Hendrik van Balen. Daarna ontmoeten wij hem nog tweemaal
binnen Antwerpen : eerst op 3i Maart 1661, om de opening
van het testament zijns schoonbroeders, Hendrik van Balen II,
bij te wonen, en vervolgens op 14 November 1663, om de schil-
ders Simon de Vos en Jan de la Barre te doen getuigen, dat hij
aan wijlen Adriaan van Utrecht .twee tafereëlen zond, om te
bemalen met bloemen en vruchten. Het sterfjaar van Theodoor
van Thulden is tot nog toe niet vastgesteld. Hij schijnt om-
streeks 1676 binnen 's Hertogenbosch te zijn overleden.
Alhoewel Abraham van Diepenbeeck op reeds zeer
gevorderden ouderdom in de leer ging bij Rubens, zoo werd
hij toch de meest getrouwe zijner navolgers. Van Diepenbeeck
was meer dan bejaard en reeds een beroemd kunstenaar,
toen hij naar onze Scheldestad kwam. Hij werd geboren in
het huis de Druive in de Hinthemerstraat te 's Hertogenbosch,
en aldaar in Sint Jacobskerk, op 9 Mei 1596, ten doop gehe-
ven. 1 Zijn vader was de vermaarde glasschilder Jan Roelofs-
zone van Diepenbeeck. Hij schonk zijnen zoon niet alleen
het leven, maar vormde hem ook tot eenen beroemden glas-
schilder. Reeds in de lente van 1623 bevond zich Abraham
van Diepenbeeck te Antwerpen, met glasramen, welke hij
voor de nieuwe kerk der Lieve-Vrouwenbroeders schilderde.
Om dit werk in onze stad te mogen voltooien, werd hij ge-
noodzaakt zich bij Antwerpens Sint Lucasgilde aan te
geven. Echter deed hij slechts « sijn proeve ende eedt als
gelaesmaecker. » De dienstdoende Deken, Antoon Goetkint,
1 Het geboortejaar van Abraham van Diepenbeeck was tot nog toe verkeerd opge-
geven. Hij zelf zegt op 16 December 1680 over de zestig j'aren oud te zijn ; doch op
13 Augustus 1665 bekent hij omtrent zeventig jaren te tellen. Deze laatste getuigenis en
des kunstenaars verklaring, dat hij zoon is van den glasschilder Jan Roelofszone van
Diepenbeeck, bracht ons op het spoor van zijnen doopakt, welke onvindbaar scheen,
ofschoon hij nog berust op het stadhuis van 's Hertogenbosch,