778
Van Diepenbeeck glasschilder
schreef hem in de Liggere als « Abram van Dipendael, ge-
laesschrijver. » Op ditzelfde oogenblik deed ons Magistraat
de Vierschaar herstellen en verfraaien met nieuwe meubelen.
Te dier gelegenheid werd Abraham van Diepenbeeck gelast,
aldaar, in de vensters der Heeren-Kamer, vier stadswapens te
schilderen voor 144 gulden. ' Nadat ook dit werk voltooid
was, schreef « Abraham Janszone van Diepenbeeck, geboren
van 's Hertogenbosch, » op 18 Juni 1624, aan onze Wethou-
ders, dat hij bereid was zich met der woon in Antwerpen te
vestigen, indien de Stad hem eenige voorrechten wilde ver-
leenen. Hij beriep er zich op, van jongsaf bij zijnen vader
het glasschilderen te hebben geleerd, in welk kunstvak hij
meende anderen te overtreffen. Daar dit kunstvak, zegde hij,
te Antwerpen in verval was, zoo had hij zich door eenige
vrienden laten overhalen, om alhier blijken van zijn talent te
geven, in de hoop daardoor begunstigd te worden en eenige
voorrechten te bekomen. Zijne glazen, bij de Lieve-Vrouwen-
broeders en in de Vierschaar geplaatst, getuigden van zijne er-
varing. Men noopte hem zich voorgoed te Antwerpen te vesti-
gen ; doch daartoe kon hij nog niet besluiten, aangezien andere
steden hem hun poorterschap, benevens vrijdom van wachten
en accijnzen aanboden. Alhoewel hij die vereerende voorstel-
len nog niet had van der hand gewezen, zoo wilde hij Ant-
werpen, waar hij reeds begon te werken, toch den voorkeur
geven, in de hoop dat de Stad hem zou blijven begunstigen
en dezelfde voordeden schenken, welke zij, in andere tijden,
1 « Abraham van Diepenbeke, gelaesschilder, de somme van hondert vier en veertich
ponden Artois, ter saken van vier gelasen bij hem gemaeckt in de Heeren Camer, in de
Vierschare, daerinne geschildert de stadtswapens, tot sessendertich guldens het stuck,
na luyt de attestatie, ordonnantie ende quitantie ......... CXLIIII $. »
Rekening der stad Antwerpen, 1624, fol. 301
Van Diepenbeeck glasschilder
schreef hem in de Liggere als « Abram van Dipendael, ge-
laesschrijver. » Op ditzelfde oogenblik deed ons Magistraat
de Vierschaar herstellen en verfraaien met nieuwe meubelen.
Te dier gelegenheid werd Abraham van Diepenbeeck gelast,
aldaar, in de vensters der Heeren-Kamer, vier stadswapens te
schilderen voor 144 gulden. ' Nadat ook dit werk voltooid
was, schreef « Abraham Janszone van Diepenbeeck, geboren
van 's Hertogenbosch, » op 18 Juni 1624, aan onze Wethou-
ders, dat hij bereid was zich met der woon in Antwerpen te
vestigen, indien de Stad hem eenige voorrechten wilde ver-
leenen. Hij beriep er zich op, van jongsaf bij zijnen vader
het glasschilderen te hebben geleerd, in welk kunstvak hij
meende anderen te overtreffen. Daar dit kunstvak, zegde hij,
te Antwerpen in verval was, zoo had hij zich door eenige
vrienden laten overhalen, om alhier blijken van zijn talent te
geven, in de hoop daardoor begunstigd te worden en eenige
voorrechten te bekomen. Zijne glazen, bij de Lieve-Vrouwen-
broeders en in de Vierschaar geplaatst, getuigden van zijne er-
varing. Men noopte hem zich voorgoed te Antwerpen te vesti-
gen ; doch daartoe kon hij nog niet besluiten, aangezien andere
steden hem hun poorterschap, benevens vrijdom van wachten
en accijnzen aanboden. Alhoewel hij die vereerende voorstel-
len nog niet had van der hand gewezen, zoo wilde hij Ant-
werpen, waar hij reeds begon te werken, toch den voorkeur
geven, in de hoop dat de Stad hem zou blijven begunstigen
en dezelfde voordeden schenken, welke zij, in andere tijden,
1 « Abraham van Diepenbeke, gelaesschilder, de somme van hondert vier en veertich
ponden Artois, ter saken van vier gelasen bij hem gemaeckt in de Heeren Camer, in de
Vierschare, daerinne geschildert de stadtswapens, tot sessendertich guldens het stuck,
na luyt de attestatie, ordonnantie ende quitantie ......... CXLIIII $. »
Rekening der stad Antwerpen, 1624, fol. 301