Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Hofstede de Groot, Cornelius Philipp: De nieuwe catalogus van het Mauritshuis: Kritiek, zelfkritiek en aanvullingen$nElektronische Ressource
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0094

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
van leeftijd door den schilder bij zijn ondertrouw. Zou hij zich, gelijk meer voorkomt,
bij deze gelegenheid niet wat jonger gemaakt hebben dan hij was? Ik vermoed althans,
dat hij dezelfde is, die 2 Sept. 1615 als Hendrick Backx jongman, in het Dordtsche gilde
komt. Tot dusver zijn er slechts twee gemerkte schilderijen van hem vermeld. Een derde
kwam onlangs, den 18en November 1913, op de veiling G. Lundens van Schalcken te
Amsterdam voor als Paulus van Hillegaert, de afdanking der waardgelders No. 37. Het
was rechts op een huis gemerkt H P x en 1626 gedagteekend (de catalogus las 1621).
Andere, niet gemerkte stukken zijn te Powerscourt in Ierland bij den Lord van dien
naam, voorstellende Prins Maurits te paard, te Welbeck Abbey bij den hertog van Portland,
Frederik Hendrik bij de belegering van Breda (No. 423), en op de veiling N. J. W.
Smallenburg van Stellendam e. a. den 6en Mei 1913 te Amsterdam als manier van H. de
Meyer No. 61 de belegering van ’s-Hertogenbosch.

Hendrik Pot. De levensbeschrijving van dezen begaafden tijdgenoot van Frans Hals
is nog niet in het reine. Ik vermoed, dat hij vroeger geboren is dan 1585, gelijk de
catalogus opgeeft, ten eerste wijl hij reeds leerling van Van Mander was voor diens
vertrek uit Haarlem in 1602 of 3 en ten tweede, wijl hij hoogstwaarschijnlijk dezelfde is
als de Hendrik Gerritsz. schilder, die reeds in 1603 als schutter te Haarlem voorkomt.
Zijn Engelsche reis valt blijkens het jaartal op het portretje van Karei I in ’t Louvre
in 1632 en niet in 1634, zooals de catalogus mededeelt. Hij was behalve in 1631 en 1634
ook nog in 1648 vinder van het Lucasgilde en werd behalve in 1633 ook nog in 1639
als schutter door Frans Hals geschilderd.

Cornelis Saftleven. Deze schilder werd niet in 1606 te Rotterdam, doch in 1607 te
Gorcum geboren (zie Haverkorn van Rijsewijk in Oud Holland XVII blz. 240). Immers den
5en Dec. 1627 was hij nog geen 20 jaar (Obreens Archief V 120, 121) en den 3en Sept. 1664
was hij 57 jaar; hij is dus na 5 Mei en voor 3 Sept. 1607 geboren. Hiermede klopt,
dat hij 21 Jan. 1628 «omtrent 20 jaar” was en hiermede strijdt niet, dat hij 18 Sept. 1632
«omtrent 26 jaar” was. Immers wie ruim 25 jaar is, kan gevoegelijk «omtrent 26 jaar”
genoemd worden. Van zijne vroegrijpheid heb ik in Oud Holland 1897 een merkwaardig
staal medegedeeld.

Adriaen van de Velde werd den 30en Nov. 1636 gedoopt (O. H. XVI, blz. 69),
de geboortetijd 1635 of 1636 kan dus nauwkeuriger worden opgegeven.

Hij en zijn broeder Willem waren de zoons van den ouden W. v. d. Velde. De
vader van dezen heette ook weder Willem (O. H. XVI, blz. 65 en verv.) en kan dus niet
de schoonschrijver Jan van de Velde de oude geweest zijn, zooals in de levensschetsen
van Esaias en Jan van de Velde den jonge vermoed wordt.

Willem van de Velde. Onder zijne navolgers in ’t schilderen van zijne stille zeeën
mag de Engelschman Charles Brooking (1723—59) niet ontbreken. Hij wist zijn voorbeeld
verbazend dicht nabij te komen. Tal van zoogen. W. v. d. Velde’s zijn van zijne hand.

Anthonie Verstralen. Het duidelijke jaartal 1603 op ons schilderij dwingt ons aan
te nemen, dat deze schilder bij het opgeven van zijn leeftijd: vier en dertig jaar bij

81
 
Annotationen