Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0067

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
56

VONDEL EEN ZUID-NEDERLANDER.

Ik wensch de stelling van den Heer Dr Kal ff
— want het is slechts eene stelling — te bestrijden. Ik
houd Joost Van den Vondel voor eenen Zuid-Neder-
lander. In tegenoverstelling met den Heer Professor
ben ik van meening, dat het Zuid-Nederlandsche karakter
van ’s lands oudsten en grootsten poëet zich meer ont-
wikkelde, naarmate hij in jaren toenam. Evenals de
Nederlandsche geleerde zijne zienswijze, deels’met feiten,
deels met beschouwingen staaft, zal ik verplicht zijn
enkele voorvallen uit ’s dichters leven in oogenschouw
te nemen, en vooral zijn karakter te bestudeeren hebben.
Deze zaak is, bij uitstek, kiesch; de grenzen zijn niet
altijd duidelijk waar te nemen. Ik zal echter trachten
mij zoo goed mogelijk van mijne taak te kwijten.

Wellicht hebben wij ongelijk over Vondels geaard-
heid, als kunstenaar, te twisten.

De Duitschers beroemen zich op Bach en Haydn;
op Mendelssohn en Wagner (i). Zij zijn fier op Schiller
en Goethe, op Lessing en Körner, op Rückert en
Hamerling. Betwisten zij elkander deze groote mannen,
omdat de eene in Pruisen, de andere in Saksen of
Oostenrijk werd geboren? Treedt men in het krijt, om
staande te houden, dat de eene eene meer Noordelijke
tint heeft dan de andere, wat zonder den minsten twijfel
het geval is?

Neen. Het zijn allen Duitschers. Zij zijn de ver-
hevenste vertolkers van den nationalen, Duitsche geest, in
al zijne spelingen en tinten. Dit is genoeg, opdat een

(i) Wat Beethoven betreft, heb ik onzen grooten Meester Benoit
meermalen, met klem van redenen, hooren beweren, dat de onster-
felijke schepper van de Negende, niet alleen van afkomst, maar ook
door zijne kunstopvatting, een Vlaming van top tot teen was.
 
Annotationen