Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0099

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
88

OMROEPER.

Toen de dame zich, drie maanden later, gezond, versterkt, gekal-
meerd voelde, schreef zij dat niet aan het wandelen en de rust, maar
aan de witte kamer en de verpleegster toe.

Ce dokter moet een psycholoog en een humorist geweest zijn ;
hij liet een heer drie uur lang iederen dag op een houten blok met
een schuimspaan in de hand een soepketel in ’t oog houden; een
ander moest op een blauwen steen zittend, een bad van 32 graden
nemen, een ander weer naar een bepaalden winkel gaan, een half uur
ver, om een bepaalde soort meloenen te koopen.

Maar naar het schijnt zijn er velen genezen.

Voor oudheidkundigen. — Wie kent er niet Schiller’s treurspel
De Maagd van Orléans? Nu: een paar dagen geleden werd in een
klein dorpje van Brabant, door een schatrijken Yankee, de keerborstel
(bezem) gekocht, dien Jeanne d’Arc gebruikte toen zij sprak : « Johanna
gaat en nimmer keert zij weder. »
 
Annotationen