Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0129

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
HET GANSJE VAN WINKELSBÜHL.

1 l7

Plotseling sprong hij op, snelde naar zijn schrijftafel
en greep een ouden verrekijker, die nog uit zijn schooltijd
afkomstig was, om in de schemering naar buiten te
turen.

Wat hij ontdekte was echter niet het panacée der
menschheid, ook geen licht zomerkleedje, maar een
eenzaam schortje, dat daar aan een drooglijn hangend,
spookachtig in den avondwind heen en weer wuifde.

#

Twee dagen later drong de mare van een in Winkels-
bühl ongehoorde daad tot Dr. Merzbach door. Een stalen
ros, een vedocipède, een tweewieler, een bicycle was
gezien geworden. En er had iemand op gezeten; op
klaarlichten dag; op de markt. Ongelooflijk!

Als het nog een man was geweest! Maar een dame.
In een gespleten rok met een korten pofbroek daaronder.
Als een Turksche. Schandalig!

Heel Wflnkelsbühl was buiten zich zelf.

Dokter Merzbach had ternauwernood op het verbolgen
gesprek zijner discbgenooten in den « Zwarten Adelaar »
gelet. Eerst toen hij een naam in zijn ooren hoorde
klinken, werd hij opmerkzaam.

Wie die dame, die Turksche was, die natuurlijk
niet kon koken, kousen stoppen, knoopen aanzetten,
omdat zij moest wielrijden.

Natuurlijk Tilly von Warnsdorf!

Dokter Merzbach werd vuurrood en opende den
mond, als om iets te zeggen. Hij zeide echter niets.

Hij was alleen vreeselijk nieuwsgierig om Tilly op de
vélocipède te zien.

Een dame in een gespleten rok en een pofbroek
— op een vélocipède — ongehoord!
 
Annotationen