VAN DE SINTE GOEDELENKERK.
*45
ende geven volcommen macht bij desen om binnen
onser stadt van Brussel te bedwingen ende doen
bedwingen realijck ende bij feijte soo verre des noodt
sij de selve Stadt, die geestelijcke persoonen, Gul-
denen ende broederschappen der selver te leenen
heure voors. baggen, jouweelen, Gout ende silver
werck onder die voors. verbintenisse die welcke gij
ontfanghen sult onder goeden inventaris, ende den
selven overseijnden onsen voors. heer Lieven ende
seer beminden broeder ende neve om hem daernaer
gegeven te wordene sulcken bescheet als sij ver-
suecken sullen. Waerdore sij niet geoorsaeckt en
sullen zijn hen te beclagen aengesien dese saecke
(gelijck sij weten) hen soo seer is raeckende ende
dat hunne welvaert, jae heur leven daernaer is
hanghende, ende des niet het laet. Lieve ende
getrouwe, onsen heere Godt sij met u. Geschreven
in onser voors. stadt van Antwerpen desen xxj februari
1578. (Gheteeckent) Boudewijns. »
Ten gevolge van dit bevel werd door de Geeste-
lijkheid der hoofdkerk van Brussel Sinte Goedelen,
den i7en Maart, de volgende inventaris opgemaakt
« int stadthuijs, binnen de consergerijen, inde geschil-
derde camer daer de fonteijne staet » alwaar men de
« niet geconsacreet zijnde silvere en andere juweelen »
had binnengebracht. Wij laten er den oorspronkelijken
boedellijst van volgen.
¥
Men zal zien dat uit dezen lijst een aantal bijzon-
derheden voor de geschiedenis der beeldhouw- en
graveerkunst van die eeuwen te putten is.
*45
ende geven volcommen macht bij desen om binnen
onser stadt van Brussel te bedwingen ende doen
bedwingen realijck ende bij feijte soo verre des noodt
sij de selve Stadt, die geestelijcke persoonen, Gul-
denen ende broederschappen der selver te leenen
heure voors. baggen, jouweelen, Gout ende silver
werck onder die voors. verbintenisse die welcke gij
ontfanghen sult onder goeden inventaris, ende den
selven overseijnden onsen voors. heer Lieven ende
seer beminden broeder ende neve om hem daernaer
gegeven te wordene sulcken bescheet als sij ver-
suecken sullen. Waerdore sij niet geoorsaeckt en
sullen zijn hen te beclagen aengesien dese saecke
(gelijck sij weten) hen soo seer is raeckende ende
dat hunne welvaert, jae heur leven daernaer is
hanghende, ende des niet het laet. Lieve ende
getrouwe, onsen heere Godt sij met u. Geschreven
in onser voors. stadt van Antwerpen desen xxj februari
1578. (Gheteeckent) Boudewijns. »
Ten gevolge van dit bevel werd door de Geeste-
lijkheid der hoofdkerk van Brussel Sinte Goedelen,
den i7en Maart, de volgende inventaris opgemaakt
« int stadthuijs, binnen de consergerijen, inde geschil-
derde camer daer de fonteijne staet » alwaar men de
« niet geconsacreet zijnde silvere en andere juweelen »
had binnengebracht. Wij laten er den oorspronkelijken
boedellijst van volgen.
¥
Men zal zien dat uit dezen lijst een aantal bijzon-
derheden voor de geschiedenis der beeldhouw- en
graveerkunst van die eeuwen te putten is.