VAN DE SINTE GOEDELENKERK.
153
zilveren crucifix, een rendeken, een zilveren vingere ende
twee beenen, weeght vijf onzen.
Een rinck van eenen riem j once, xij ingelsche.
Een gevest (?) kindeken ende anderen cluijsnere, weeght
ij oneen, een jngelsche.
Onderhaf (sic) herte vergult ende een cleyn herteken,
en een rinck X3 ingelschen.
xj cleyn gouden rinexkens, een gouden herteken, noch
een half gouden herteken, een teecken van sinte Peeten,
weeght twee oneen, ij ingelschen, drie frenlingen.
Jan Le Begge priester Notaris omnium apostolorum.
Wederomme ghelevert vanden zelven Jan vanden zijlvere
dat hem es ghelevert om te smelten.
Ierst, voer de Jerste schale, weecht
xxvij rnerek, ij3 onchen.
Item, de tweeste balanche weecht
xxviij3 rnerek, xvij inghelschen-
Item de derde balanche weecht xxvij merek, 3 onche.
Item de vierde balanche weecht
een merek, een onche, ix ingelschen.
Item de vijffste balanche weecht
xv merek, v onchen, vij3 ingelschen.
Item de ronde metter passien die op die ciborie ghestaen
hebben, weechen een merek, iij onchen, xij ingelschen.
Item tvergult weecht xj merek, iiij onchen, iiij3 ingelschen.
Somma in alles met zijl ver ende vergult
hondert xxxiij merek, vj3 onchen.
Item es bevonden aen voers. zijlver, coordekens, zant
ligghende onder de rondekens vande ciborie, ende vier
stecken aende casse, weechende tsaemen xxxj3 ingelsche.
Ic Jan Vande Steene attestere dat dit alsoe is, alsoe
hier gheschreven staet.
Een groot deel van dezen schat werd dus gesmol-
ten door een beambte, Jan vande Steene genaamd :
zijn verslag bevat alle de omstandigheden van deze
bewerking :
153
zilveren crucifix, een rendeken, een zilveren vingere ende
twee beenen, weeght vijf onzen.
Een rinck van eenen riem j once, xij ingelsche.
Een gevest (?) kindeken ende anderen cluijsnere, weeght
ij oneen, een jngelsche.
Onderhaf (sic) herte vergult ende een cleyn herteken,
en een rinck X3 ingelschen.
xj cleyn gouden rinexkens, een gouden herteken, noch
een half gouden herteken, een teecken van sinte Peeten,
weeght twee oneen, ij ingelschen, drie frenlingen.
Jan Le Begge priester Notaris omnium apostolorum.
Wederomme ghelevert vanden zelven Jan vanden zijlvere
dat hem es ghelevert om te smelten.
Ierst, voer de Jerste schale, weecht
xxvij rnerek, ij3 onchen.
Item, de tweeste balanche weecht
xxviij3 rnerek, xvij inghelschen-
Item de derde balanche weecht xxvij merek, 3 onche.
Item de vierde balanche weecht
een merek, een onche, ix ingelschen.
Item de vijffste balanche weecht
xv merek, v onchen, vij3 ingelschen.
Item de ronde metter passien die op die ciborie ghestaen
hebben, weechen een merek, iij onchen, xij ingelschen.
Item tvergult weecht xj merek, iiij onchen, iiij3 ingelschen.
Somma in alles met zijl ver ende vergult
hondert xxxiij merek, vj3 onchen.
Item es bevonden aen voers. zijlver, coordekens, zant
ligghende onder de rondekens vande ciborie, ende vier
stecken aende casse, weechende tsaemen xxxj3 ingelsche.
Ic Jan Vande Steene attestere dat dit alsoe is, alsoe
hier gheschreven staet.
Een groot deel van dezen schat werd dus gesmol-
ten door een beambte, Jan vande Steene genaamd :
zijn verslag bevat alle de omstandigheden van deze
bewerking :