DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0307
$c5acf](cnis.
P den ióden april overleed te Gent de bekende
bibliograaf en conservator aan de bibliotheek
der Gentsche hoogeschool, Th. J. I. Arnold.
Arnold was in 1832 te Didam in Gelderland gebo-
ren en begon ziin loopbaan reeds op jeugdigen leeftijd
op de drukkerij van Is. Nijhoff te Arnhem. Spoedig
bleek het echter, da.t de wetenschappelijke zijde der
boeken hem meer aantrok en reeds in 1852, tot onge-
veer 1856, vinden wij hem, met den later zoo bekenden
bibliograaf P. A. Tiele, werkzaam bij Frederik Muller
te Amsterdam .
Toen vestigde hij zich als antiquaar te Brussel,
doch de wetenschap verwon den handel. In 1868
trok hij zich terug en was tot in 1877 Martinus Nijhoff
te ’s Gravenhage behulpzaam om de wetenschappelijke
vakcatalogussen te maken. Na een kort verblijf te
Teiden, werd hij in 1878 benoemd tot beambte aan
de Gentsche hoogeschool, waar hij spoedig tot Con-
servator opklom.
Hadden vele artikelen in de Bibliographische
Adversaria, o. a. Shakespeare, Passae^ts Hortus FLon-
dus, Wagenaar, etc. en zijne doorwrochte studie Broer
Cornelis Adriaense, in de Dietsclie Warande, reeds
zeer de aandacht getrokken, hij vestigde zijn naarn
als bibliograaf door zijne medewerking aan de Biblio-
theca Belgica.
Hij laat o. a. eene zeer belangrijke, doch onvol-
tooide bibliografie na van Nederlanclsche liederboeken,
een werk, dat hem ruim 25 jaren reeds bezig hield.
Arnolü was lid der koninklijke Vlaamsche acade-
mie. De steeds hulpvaardige geleerde zal ook in
Noord-Nederland niet spoedig worden vergeten.
(.Ncderlandsche Spectator.)
P den ióden april overleed te Gent de bekende
bibliograaf en conservator aan de bibliotheek
der Gentsche hoogeschool, Th. J. I. Arnold.
Arnold was in 1832 te Didam in Gelderland gebo-
ren en begon ziin loopbaan reeds op jeugdigen leeftijd
op de drukkerij van Is. Nijhoff te Arnhem. Spoedig
bleek het echter, da.t de wetenschappelijke zijde der
boeken hem meer aantrok en reeds in 1852, tot onge-
veer 1856, vinden wij hem, met den later zoo bekenden
bibliograaf P. A. Tiele, werkzaam bij Frederik Muller
te Amsterdam .
Toen vestigde hij zich als antiquaar te Brussel,
doch de wetenschap verwon den handel. In 1868
trok hij zich terug en was tot in 1877 Martinus Nijhoff
te ’s Gravenhage behulpzaam om de wetenschappelijke
vakcatalogussen te maken. Na een kort verblijf te
Teiden, werd hij in 1878 benoemd tot beambte aan
de Gentsche hoogeschool, waar hij spoedig tot Con-
servator opklom.
Hadden vele artikelen in de Bibliographische
Adversaria, o. a. Shakespeare, Passae^ts Hortus FLon-
dus, Wagenaar, etc. en zijne doorwrochte studie Broer
Cornelis Adriaense, in de Dietsclie Warande, reeds
zeer de aandacht getrokken, hij vestigde zijn naarn
als bibliograaf door zijne medewerking aan de Biblio-
theca Belgica.
Hij laat o. a. eene zeer belangrijke, doch onvol-
tooide bibliografie na van Nederlanclsche liederboeken,
een werk, dat hem ruim 25 jaren reeds bezig hield.
Arnolü was lid der koninklijke Vlaamsche acade-
mie. De steeds hulpvaardige geleerde zal ook in
Noord-Nederland niet spoedig worden vergeten.
(.Ncderlandsche Spectator.)