De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis (3: 12.1899)

(Öoliatfj

door Ern. Soens.

IE herinnert zich al het heerlijke niet, ons
gegeven in Dreizehnlinden, het meesterstuk
van Dr Weber? Welke grootsche tafereelen
werden daar voor onze verbeelding opgehangen! Welk
een meeslepend verhaal, welk een reuzenstrijd werd
ons daar geschetst! Welk een levendig beeld der
oud-germaansche geschiedenis werd ons daar voor
oogen getooverd, welke diepe levenswijsheid en
menschenkennis mochten wij daar bewonderen! Ik
zelf heb er destijds op gewezen (i) hoe de katho-
lieke dichter Frederik Willem Weber, in 1813 te
Alhausen (Westfalen) geboren, en in 1894 te Nieheim
overleden, zich in zijn Dreizehnlinden veropenbaard
had als zijnde de baanbreker eener nieuwe richting,
afbrekend met den slenter van eeuwigdurende, lang
versletene malheden, immer herhaalde en nagevolgde
droomerijen van liefde en leed, hoe hij, steunend
op vaderlands- en godsdienstliefde, gewapend met
degelijke wetenschap en fijne kunst, beschikkend
over al de schatten eener rijke, krachtige taal en

(1) Zie Belfort, jaargang 1894, nummers Mei en Juni.